maandag 21 december 2020

Steven Philipsz - goud uit de Gortsteeg?

De tegenwoordige Havenstraat in Utrecht (voorheen Gortsteeg)

De Utrechtse uitdrukking "dat is goud uit de Gortsteeg" verwijst op een aantal manieren naar iets wat er niet (meer) is. In de volksmond geeft het aan dat iemand zich rijker voordoet dan hij is of dat iets nep is. Volgens bronnen gaat dit terug op de oudste naam van de tegenwoordige Havenstraat, namelijk Gordelsteeg (later verkort tot Gortsteeg), die zou wijzen op het aanwezig zijn van quincailleurs: makers van vergulde snuisterijen die aan de gordel gedragen werden [https://nl.wikipedia.org/wiki/Haverstraat_(Utrecht)]. 
Ook de messemakers moeten in elk geval halverwege de 16e eeuw hier hun bedrijf hebben uitgeoefend, zoals Marcel S.F. Kemp beschrijft in een recente publicatie in Ons Voorgeslacht ("De ware Philips in beeld", OV 736, pp. 562-1567). Kemp toont daarin op overtuigende wijze aan dat de oorspronkelijk uit Utrecht afkomstige Rotterdamse messemaker Steven Philipsz, van wie enkele kinderen zich Vermaet gaan noemen, geen buitenechtelijke nazaat is uit de familie Van der Mathe/Vermaat uit Schonauwen, maar een zoon van de op last van Alva op 22 december 1568 geëxecuteerde messemaker Philips Evertsz, die tijdens zijn leven woonde in de Gortsteeg in Utrecht in het huis De Kelck.
Na de terechtstelling van zijn vader wordt Steven op 4 december 1569 als 10-jarige "ingenomen" in het Gereformeerd Burgerweeshuis in Utrecht. Zijn moeder Anna Aelbertsdr is al tijdens de Vasten van 1565 overleden. In latere jaren wordt hij voor enkele stuivers per dag uitbesteed aan zijn zwager Wouter Aelbertsz, eveneens een messemaker, die als weduwnaar getrouwd is met Steven's zus Aeltgen.

Waarom vestigde Steven zich in Rotterdam? Dit zou verband kunnen houden met de omstandigheid dat in de eerste periode van de Tachtigjarige Oorlog de stad Utrecht sterker RK-gezind en daarmee Spaansgezind bleef, terwijl Rotterdam al vrij snel overwegend Protestant was. Voor iemand wiens vader op last van Alva is vermoord lijkt dat geen onbegrijpelijke keuze. 
Hij heeft hem in elk geval geen windeieren gelegd. Ondanks zijn bescheiden komaf (enige jaren later wil men de erfenis van een ver familielid uitsluitend beneficiair aanvaarden, dat wil zeggen alleen de baten en niet de (waarschijnlijk hogere) bijbehorende schulden) en het feit dat hij al vroeg wees is, weet Steven een solide basis te leggen voor economische voorspoed: zijn zoon Steven is hoofdman van het St. Eloij-gilde in Rotterdam en zijn achterkleinzoon Anthonij Govertsz Vermaat (1689-1762) brengt het tot pachter van de gemeenelandsmiddelen in Delft, een functie waarvoor men het nodige kapitaal moest bezitten.

Het gezin van Philips Evertsz

[bron: Marcel S.F. Kemp - De ware Philips in beeld, Ons Voorgeslacht 736 pp. 562-567]

Philips Evertsz is geboren ongeveer 1518 , messemaker, woonde "in de Kelck" in de Gortsteeg te Utrecht, werd in 1568 op last van Alva geëxecuteerd "meteen sweerde".
Philips trouwde (1) vóór 1546 met Anna Aelbertsdr. Anna is overleden tijdens de Vasten van 1565 in UtrechtAnna was de halfzus van Alidt Hendricksdr van Vreen, die als weduwe van Adriaen van Wely trouwde met Hendrick Gerritsz, waard in "De Witte Zwaan".
Philips trouwde (2) vóór 02-12-1565 in Utrecht (Buurkerk) met Adriaentje Adriaensdr.
Uit het 1e huwelijk:
1 Evert Philipsz. Evert is overleden na 28-12-1576.
2 Aelbert Philipsz. Aelbert is overleden vóór 17-04-1626 in Utrecht "int St. Loijengasthuis nalatend huisvrouw int Dolhuis en mundige kinderen". Van het overlijden is aangifte gedaan op 17-04-1626. Hij is begraven in Utrecht (Buurkerk).
Aelbert trouwde met Aertgen Aertsdr. Aertgen is overleden vóór 23-05-1636 in Utrecht "wed van Aelbert Philipsz in Cruysgasthuis, op het kerkhof aldaar".
3 Aeltgen Philipsdr. Aeltgen is overleden na 21-07-1603. Aeltgen trouwde vóór 1567 met Wouter Aelbertsz, messemaker, wonend in de Gortsteeg te UtrechtIn 1594 testeren Wouter Aelbertsz en Aeltgen Philipsdr op de langstlevende van hen beiden. Wouter is overleden na 21-07-1603 .
4 Cunera Philipsdr. Cunera is overleden vóór 27-01-1593. Cunera trouwde vóór 28-12-1576 met Bernt Gerijtsz, glasmaker, woont 1593, 1600 aan de Springweg WZ. Bernt is overleden vóór 09-05-1606 in Utrecht.
5 Oeltgen (Vultgen) Philipsdr. Oeltgen is overleden op 26-05-1600. Oeltgen trouwde vóór 03-11-1587 met Cornelis Jansz van Royen, smid, zoon van Elysabeth Jan Cornelisz de sackedragers weduwe. Cornelis is overleden in 1592.
6 Catryna Philipsdr. Catryna is overleden vóór 28-12-1576.
7 Steven Philipszmessenmaker, afkomstig uit Utrecht, geboren rond 1558 (afgeleid), woont Rotterdam in de Lombartstraat (1584), in een huis waar de Lelie uithangt 1600 (gekocht in 1594, smid, geboren vóór 04-12-1559 in Utrecht. Op 4-12-1569 als 10-jarige jongen "ingenomen" in het Gereformeerd Burgerweeshuis. Hij is begraven op 12-06-1621 in Rotterdam [bron: DTB Rotterdam inv. 39 Begraven Kerkmeesters , index nummer nr.197, fol.1.].
Steven trouwde (1) op 07-07-1584 in Rotterdam [bron: DTB Rotterdam Trouw gereformeerd] met Maritgen GerritsMaritgen woont in de Lombartstraat "In de drie Schaepkens" [Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010), p. 135]. Maritgen is overleden vóór 27-02-1598 [bron: Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010), p. 135].
Steven trouwde (2) op 13-09-1598 in Delft [bron: Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010), p. 135] met Neeltge Gerets, nadat zij op 30-08-1598 in Rotterdam in ondertrouw zijn gegaan [bron: DTB Rotterdam Trouw gereformeerd]. Neeltge woont Papestraat in Delft, weduwe van Pieter Martensz [Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010), p. 135]. Neeltge is geboren in 1559 [bron: Marcel S.F. Kemp - Parenteel Luytgen Woutersz (in Utrechtse Parentelen voor 1650, deel I, "Ons Voorgeslacht" (2010), p. 135]. Neeltge is overleden na 28-09-1631, minstens 72 jaar oud: ze treedt nog als doopgetuige op bij twee kleindochters Neltge, daarna niet meer.

Een verklaring voor het gebruik van de geslachtsnaam Vermaet leveren de nieuwe gegevens in elk geval niet op. Kemp noemt in dit verband de vermelding uit 1517 van een "Evert de Mesmaker", die wellicht dezelfde is als de "Evert Vermaet" die in 1491 een aantal keren wordt vermeld in de Vechtkeuren en trekt vervolgens een heel dun potloodstreepje naar de Amersfoortse familie Van der Maeth.
Ik betwijfel dat. Deze familie bleef consequent Rooms-Katholiek tot ver in de 18e eeuw en zelfs zodanig, dat mag worden vermoed dat het feit dat de in 1619 terechtgestelde raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt, wiens moeder een Van der Maath was, mede vanwege die familieconnecties in de verdachtenbank belandde. Ook een verbinding met de (eveneens rabiaat RK) familie Van der Maat uit Achtersloot bij IJsselstein acht ik om die reden niet waarschijnlijk. Blijft nog over een verbinding met de familie(s) Vermaat uit Ameide en Tienhoven aan de Lek, van wie in elk geval bekend is dat zij de (samengetrokken) geslachtsnaam Vermaet (voor Van der Mathe) al tientallen jaren eerder gebruikten dan de nakomelingen van Cornelis Philipsz van der Mathe in Rhoon en Poortugaal.

De opmerking van Kemp "... dat aansluiting op de Parenteel Luytgen Woutersz uitgesloten is: het Rotterdamse uitstapje kan dan ook in zijn geheel vervallen. Maar voor mogelijke afstammelingen van déze Vermaten is er toch ook goed nieuws." geldt in elk geval niet voor nazaten van Steven Philipsz in de mannelijke lijn: met de bovengenoemde Anthonij stierf deze immers al in 1762 uit.

Ten slotte blijkt, ondanks bescheiden komaf en lastige jeugd, mogelijk het karakter van Steven Philipsz ook uit zijn handtekening, die zeker enige oefening en ontwikkeling laat zien.

Handtekening Steven Philipsz