De tegenwoordige Havenstraat in Utrecht (voorheen Gortsteeg) |
maandag 21 december 2020
Steven Philipsz - goud uit de Gortsteeg?
zaterdag 22 augustus 2020
De "grote akte"
Hij is te vinden in Streekarchief Voorne-Putten, inventarisnummer 047 Ambacht Simonshaven en Schuddebeurs, nr. 644 en hij luidt als volgt:
“Bastiaan Vermaat, won. te Charlois, voor zichzelf en voor zijn zwager en zuster Jan Dammisz Duimdam en Trijntje Vermaat, won. in Brielle, Ariaantje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter, won. onder Hekelingen, Ariaantje van Vendelo, meerderjarige ongehuwde dochter, won. in Nieuwenhoorn, naast Neeltje, Teuntje, Martijntje en Cornelia van Vendelo, alle vier minderjarig, kinderen van Cathalijntje Vermaat, getr. geweest met Jacobus van Vendelo, welke voorn. Bastiaan, Trijntje, Ariaantje, Cathalijntje met Annetje Vermaat (getr. geweest met Leendert van der Arent, twee minderjarige kinderen Ariaantje en Anna van der Arent) kinderen zijn geweest van Cornelis Vermaat, verder Jochum Munt, won. in Zuidland, als armmeester van de Heiligegeestarmen van Zuidland, voor Jacob Vermaat en nog vier minderjarige kinderen van Willem Vermaat, Jan Hokken, won. in Brielle, voor zichzelf en voor zijn zuster Trijntje Hokke, wed. van Pieter van der Lugt, won. te Hellevoetsluis, met de minderjarige Jacoba en Teuntje Hokke kinderen van Teuntje Vermaat, getr. geweest met Jacob Hokke, Hendrik Vermaat, won. te Geervliet, welke voorn. Willem Teuntje en Hendrik Vermaat kinderen zijn van wijlen Jan Vermaat, nog Jan Vermaat, won. onder Hekelingen, en wijlen Philippus Vermaat (twee minderjarige kinderen Ary en Adriana Vermaat) als kinderen van Ary Vermaat, nog Ary Vermaat, won. te Geervliet, voor zichzelf en voor zijn zuster Teuntje Vermaat, wed. van Jacob Langendoen, won. te Spijkenisse, die met de hieronder gemachtigde Philippus Vermaat en wijlen Aaltje Vermaat (getr. geweest met Engel Bakker, minderjarige dochter Cornelia) kinderen waren van Philippus Vermaat, en nog Philippus Vermaat, won. te IJsselmonde, en Teunis Vermaat, won. te Spijkenisse, voor zichzelf en voor hun zuster Annetje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter te Zwartewaal, welke Philippus, Teunis en Annetje zijn kinderen van Maarten Vermaat, welke gemelde Cornelis, Jan, Ary, Philippus en Maarten Vermaat vijf broers waren van Pi[...]”
Helaas breekt hij af na de eerste twee letters van wat waarschijnlijk Pieter Philipsz Vermaat (na 1676-1743) moet zijn. Ook wat de reden is van deze vertegenwoordiging is, wordt niet vermeld, maar vermoedelijk heeft het te maken met een boedelscheiding of een gezamenlijke verkoop na het (zonder levende kinderen) overlijden in 1746 van Teuntje Pietersdr Vermaat (1700-1746), het enige overlevende kind van Pieter Philipsz Vermaat en Willemtje Ariensdr Roobol.
Naast de zes broers, allen zonen van Philip Cornelisz Vermaat (1640-1684) en Teuntje Jans Laeckenkooper (voor 1647-1691), bestond het gezin nog uit Cornelis en Barber (beiden als peuter gestorven) en de eveneens jong gestorven dochters Maartje (1660) en Barber (1667).
Hieronder bespreek ik stuk voor stuk de broers met hun genoemde (en dus op 14-02-1747 nog levende) kinderen en eventueel kleinkinderen, in (vermoedelijke) volgorde van ouderdom. Die volgorde is onderwerp van discussie, omdat behalve van Cornelis (1668) en Jan (1670) de doopdata van de broers onbekend zijn: in die periode heeft het Doopboek van Spijkenisse een lacune. Ik plaats de broers op dezelfde volgorde als de akte (voor Cornelis en Jan wordt die bevestigd door de doopdata, dus die aanname lijkt mij terecht), waarbij ik Pieter op basis van de datum van zijn eerste huwelijk tussen Jan en Arij plaats.
Groep 1: de kinderen van Cornelis Philipsz Vermaat (1668-1722) en Ariaantje Jansdr Blijenburg (ong. 1666-1709) / Aaltje Bastiaansdr Munter (1677-1750)
“Bastiaan Vermaat, won. te Charlois, voor zichzelf en voor zijn zwager en zuster Jan Dammisz Duimdam en Trijntje Vermaat, won. in Brielle, Ariaantje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter, won. onder Hekelingen, Ariaantje van Vendelo, meerderjarige ongehuwde dochter, won. in Nieuwenhoorn, naast Neeltje, Teuntje, Martijntje en Cornelia van Vendelo, alle vier minderjarig, kinderen van Cathalijntje Vermaat, getr. geweest met Jacobus van Vendelo, welke voorn. Bastiaan, Trijntje, Ariaantje, Cathalijntje met Annetje Vermaat (getr. geweest met Leendert van der Arent, twee minderjarige kinderen Ariaantje en Anna van der Arent) kinderen zijn geweest van Cornelis Vermaat”
De volgorde van de kinderen is aantoonbaar niet chronologisch: Bastiaan en Ariaantje zijn de twee jongste kinderen (maar de enig overlevende) uit Cornelis’ tweede huwelijk, terwijl Cathalijntje op basis van de leeftijd van haar kinderen ouder moet zijn dan haar eerder genoemde zus Trijntje.
- Bastiaan Cornelisz Vermaat (1712-1772) is de enige zoon van dit gezin met kinderen. Uit zijn 1e huwelijk met Marijtje Bastiaansdr bij de Molen (1711-1743) had hij alleen een jong gestorven zoontje, uit zijn 2e huwelijk met Neeltje Barendsdr van Brakel (1719-1792) had hij in 1747 alleen dochter Maria (1745), maar er zouden nog 4 kinderen volgen. Zijn oudere broer Jan (1696-1743) is kinderloos overleden en wordt dus niet in de akte genoemd.
- Trijntje Cornelisse Vermaat (±1704-1775) is in 1744 getrouwd met haar 2e echtgenoot Jan Damisz Duindam (1695-1761), terwijl ze uit haar 1e huwelijk met Teunis Michielsz Gouwentak (ong. 1700-1743) drie jong gestorven kinderen had.
- Ariaantje Cornelisse Vermaat (1717-1783) was op het moment van opstellen van de akte nog ongehuwd, maar zou zeer kort daarna in het huwelijk treden met Lambregt Jansz van der Sluijs (1719-1785), met wie ze 7 kinderen kreeg.
- Cathalijntje Cornelisse Vermaat (ong. 1694-1742) was in 1747 al overleden, maar haar echtgenoot Jacobus Hendriksz van Vendelo (ook wel Hoekendijk genoemd, 1688-1771) was nog in leven, evenals vier van haar achttien(!) kinderen:
- Neeltje Jacobsdr van Vendelo (1723-1790), minderjarig
- Teuntje Jacobsdr van Vendelo (1732-1748), minderjarig
- Martijntje Jacobsdr van Vendelo (1733-1791), minderjarig
- Cornelia Jacobsdr van Vendelo (1737-?), minderjarig
- Annetje Cornelisdr Vermaat (1706-1741) was in 1747 evenals haar zus Cathalijntje en broer jan al overleden, maar haar echtgenoot Leendert Arentsz van der Arent (1701-1758) nog niet. Twee van hun drie kinderen zijn ook nog in leven:
- Ariaantje Leendertsdr van der Arent (1738-?), minderjarig
- Johanna Leendertsdr van der Arent (1741-1795), minderjarig
“Jochum Munt, won. in Zuidland, als armmeester van de Heiligegeestarmen van Zuidland, voor Jacob Vermaat en nog vier minderjarige kinderen van Willem Vermaat, Jan Hokken, won. in Brielle, voor zichzelf en voor zijn zuster Trijntje Hokke, wed. van Pieter van der Lugt, won. te Hellevoetsluis, met de minderjarige Jacoba en Teuntje Hokke kinderen van Teuntje Vermaat, getr. geweest met Jacob Hokke, Hendrik Vermaat, won. te Geervliet, welke voorn. Willem Teuntje en Hendrik Vermaat kinderen zijn van wijlen Jan Vermaat”
Van de 7 kinderen van Jan en Trijntje is er één (Magdalena) als baby, één (Maartje) als peuter en zijn er twee (Philip en Magdaleentje) als tieners overleden. Van de drie overige kinderen, die alle drie nakomelingen hebben en waarschijnlijk daarom genoemd worden, is alleen zoon Hendrik nog in leven.
- Willem Jansz Vermaat (1699-1744) is, evenals zijn 1e vrouw Neeltje Jacobsdr van der Waal (1704-vóór 1735), al overleden, maar zijn 2e vrouw Lena Pietersdr Nobel (1711-1801) is nog in leven. Uit zijn twee huwelijken heeft Willem zes kinderen, van wie er merkwaardigerwijs met “Jacob Vermaat en nog vier minderjarige kinderen” slechts vijf genoemd worden:
- Jacob Willemsz Vermaat (1732-1793), minderjarig
- Trijntje Vermaat (1736-1748), minderjarig
- Pieter Willemsz Vermaat (1738-?), minderjarig
- Neeltje Willemsdr Vermaat (1742-1770), minderjarig
- Willempje Willemsdr Vermaat (1744-1804), minderjarig
- Teuntje Jansdr Vermaat (1693-1734) is al overleden, maar haar echtgenoot Jacob Jacobsz Hokke (1691-1760) wel, evenals vier van hun elf kinderen:
- Jan Jacobsz Hokke (1721-1751)
- Trijntje Jacobsdr Hokke (1723-1783), in feite minderjarig, maar inmiddels weduwe en daarmee meerderjarig
- Jacoba Jacobsdr Hokke (1727-1795), minderjarig
- Teuntje Jacobsdr Hokke (1731-1787), minderjarig
- Hendrik Jansz Vermaat (1705-?), inmiddels weduwnaar van Lijntje Gerritsdr den Houting (1700-1739) en in 1747 van zeker één en mogelijk vier levende kinderen (van de elf). Ook van Hendrik is na 1747 geen spoor meer te vinden.
Zoals hierboven reeds zichtbaar worden de kinderen van Pieter niet genoemd in het zichtbare deel van de “grote akte”. Uit zijn 1e huwelijk kreeg Pieter, behalve twee ongedoopte (mogelijk dood geboren) kinderen in 1718 en 1719 slechts één kind, namelijk:
- Teuntje Pietersdr Vermaat (1700-1746), eerst (kinderloos) getrouwd met Bastiaan Hendriksz Coomans (1695-1731), hertrouwd (één, als baby gstorven, kind) met Pieter Huijbrechtsz den Boer (1696-1761)
"Pieter Philips Vermaet en zijn vrouw Willemtje Arents Robol, wonende onder Hoogvliet, benoemen elkaar tot enig erfgenaam. De kinderen ontvangen bij overlijden van de eerststervende een bedrag van 4.000 gulden, evenals lijfgoederen en sieraden. Bij hertrouwen van de langstlevende ontvangen zij 8.000 gulden of ter keuze van de langstlevende een derde deel van de gehele gezamenlijke boedel. Bij kinderloos hertrouwen ontvangt de familie van de gestorvene 6.000 gulden of ter keuze van de langstlevende een vierde van de gezamenlijke boedel."
Het is echter waarschijnlijk zijn laatste testament van 22-10-1739, dat aanleiding was voor de “grote akte”:
"Pieter Philipsz Vermaet, gewezen schout van Poortugaal en Hoogvliet, overleden september 1743 te Pernis, heeft in zijn testament van 22-10-1739 voor notaris Jan Swinnas te Rotterdam zijn enige dochter Teuntje Pieterse Vermaat, in haar leven laatst huisvrouw van Pieter Huibregts den Boer, haar leven lang het overschietende vruchtgebruik vermaakt van ca. 84 gem. land, waarvan hij de eigendom, omdat zijn dochter kinderloos is, vermaakt heeft aan de nakomelingen van zijn broers. De voogden over eventuele minderjarigen moet zijn dochter bij notariële akte aanstellen. Teuntje Pieters Vermaat is op 9-12-1746 te Pernis overleden zonder kinderen na te laten en zonder voogden over minderjarige erfgenamen te benoemen. Schout en schepenen hebben nu als voogden en administrateurs aangesteld Aart Huibregtse den Boer en Joost van Dijk, beiden won. in Pernis. Zij hebben de weduwnaar Pieter Huibregtse den Boer verzocht staat en inventaris te maken."
“Dat nooit!” moet de familie gedacht hebben en zal daarom met de “grote akte” alvast een voorschot hebben genomen op het bepalen van de lijst van erfgenamen. De rol van Aart Huijbrechtsz den Boer en Joost van Dijk was echter geensins uitgespeeld, zoals we kunnen lezen in een volgende akte, die tevens weergeeft wat de een deel van verdere inhoud van de “grote akte” moet zijn:
"Aart Huybregtsz den Boer en Joost van Dijk, te Pernis op 25-2-1747 aangesteld als voogden over de minderjarige erfgenamen van Pieter Vermaet, en Philippus Vermaet, meestertimmerman te Rotterdam, voor zichzelf en pp. (acte van 14-2-1747 voor notaris Levinus Silvergieter te Rotterdam) voor de gezamenlijke meerderjarige erfgenamen van voorn. Pieter Vermaet, hebben op 18-5-1747 te Hekelingen publiek verkocht en transporteren nu aan Theunis Vermaet een huisje, schuurtje en erf in de polder van Brabant aan de Vierambachtenboezemkade voor 100 g. contant."
Groep 4: de kinderen van Arij Philipsz Vermaat (ong. 1674-1713) en Ariaantje Ewoutsdr Conijnendijk (1674-1706) / Maartje Cornelisdr Paling (1682-1742)
“Jan Vermaat, won. onder Hekelingen, en wijlen Philippus Vermaat (twee minderjarige kinderen Ary en Adriana Vermaat) als kinderen van Ary Vermaat”
Arij en zijn eerste vrouw Ariaantje hebben slechts één zoon, maar dat is wel de enige van hun kinderen die in 17174 nog in leven is. Twee kinderen van Arij en zijn tweede vrouw Maartje (Cornelis en Teuntje) overlijden als kleuter, het derde overlijdt in 1741.
- Jan Arijsz Vermaat (17-12-1753) is een zoon uit Arij’s 2e huwelijk en is getrouwd met Johanna Leendertsdr Bakker (1706-1784) en ten tijde van de “grote akte” zijn zes van zijn zeven kinderen geboren.
- Philippus Arijsz Vermaat (1704-1741) is een zoon uit Arij’s 1e huwelijk, die in 1747 al overleden is, terwijl zijn echtgenote Johanna Teunisdr Kruijne (1716-1778) nog leeft, evenals twee van hun vier kinderen:
- Adrianus Philipsz Vermaat (1734-1793), minderjarig
- Adriana Philipsdr Vermaat (1739-1795), minderjarig
“Ary Vermaat, won. te Geervliet, voor zichzelf en voor zijn zuster Teuntje Vermaat, wed. van Jacob Langendoen, won. te Spijkenisse, die met de hieronder gemachtigde Philippus Vermaat en wijlen Aaltje Vermaat (getr. geweest met Engel Bakker, minderjarige dochter Cornelia) kinderen waren van Philippus Vermaat”
Philip zelf was in 1747 al overleden, maar van zijn vrouw heb ik dat nog niet kunnen vaststellen. Van hun vijf kinderen overleed er één (Arij) heel jong en was ook dochter Aaltje inmiddels overleden:
- Arij Philipsz Vermaat (1712-1781), getrouwd met Maria Jansdr Leegweg (1712-1774) met op dat moment twee minderjarige kinderen die ook volwassen zouden worden (er waren er al twee jong gestorven) en er zouden er nog drie volgen).
- Teuntje Philipsdr Vermaat (1707-1774), getrouwd met de inmiddels overleden Jacob Cornelisz Langendoen (1703-1737). Hun zoon Cornelis wordt hier niet genoemd en is dus waarschijnlijk al overleden.
- Philippus Philipsz Vermaat (1715-1783), getrouwd met Sara Abelsdr van der Bijl (1709-1770), van wie één kind ongedoopt was overleden en wier enige zoon Philippus een paar maanden later geboren zou worden. Blijkbaar wordt Philippus elders in de akte ergens voor gemachtigd, maar het is (nog) niet duidelijk waarvoor.
- Aaltje Philipsdr Vermaat (1711-1740) is overleden, haar man Engel Leendertsz Bakker (1692-1777) is in leven, evenals hun dochter:
- Cornelia Engelsdr Bakker (1732-1799), minderjarig
“Philippus Vermaat, won. te IJsselmonde, en Teunis Vermaat, won. te Spijkenisse, voor zichzelf en voor hun zuster Annetje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter te Zwartewaal, welke Philippus, Teunis en Annetje zijn kinderen van Maarten Vermaat”
Het enige kind uit Maarten’s 1e huwelijk overleed als zuigeling, terwijl uit zijn 2e huwelijk Teuntje, Jakes, Jacques en Jacques waarschijnlijk jong overleden (enkelen zeker eveneens als zuigeling). Van de waarschijnlijk vier overige kinderen worden er echter slechts drie genoemd: dochter Neeltje (1719-?), die vóór 1809 getrouwd zou zijn met Dammis Arijsz van Kralingen (1727-1809), ontbreekt vreemd genoeg in de akte. Dit kan er op duiden dat ze geen dochter is van Maarten Philipsz, maar van een andere Maarten Vermaat. Aan de andere kant is het Dammis van Kralingen die in 1771 het overlijden aangeeft van "sijn swager" Teunis Vermaat.
- Philip Maartensz Vermaat (1711-vóór 1784), getrouwd met Centje Jansdr de Jong (1707-1784) had op dat moment één levende dochter (het eerste kind overleed als baby) en zou nog twee zonen krijgen, van wie de jongste ook als baby overleed.
- Teunis Maartensz Vermaat (1714-1771) zou in 1751 trouwen met Neeltje Arijsdr van Kralingen (1717-1789) en twee van hun vier kinderen, Arij en Agnietie, zouden de volwassen leeftijd bereiken.
- Annetje Maartensdr Vermaat (1718-?), in 1747 nog ongetrouwd, zou achtereenvolgens trouwen met Jan Cornelisz Roobol (1689-1755), Jan Huibregtsz Kok (1718-1759 en Hendrik Reijersz van Eijk (1731-1817). Uit haar eerste huwelijk had ze twee, waarschijnlijk jong overleden, kinderen.
De kwestie Van Kralingen
Inschrijving overlijden Dammis van Kralingen in Spijkenisse in 1809 |
Bij het overlijden van Dammis van Kralingen in 1809 is Dammis “weduwnaar van Neeltje Vermaat”. Welke Neeltje dat is, wordt echter niet vermeld en ook hun trouwinschrijving heb ik niet kunnen vinden. Mocht het gaan om Neeltje Maartensdr Vermaat, zoals ik een tijdlang heb gedacht, dan is het vreemd dat de huwelijksinschrijving onvindbaar is én dat Neeltje niet genoemd wordt in de "grote akte".
Het overlijden van Teunis Maartensz Vermaat (1714-1771) wordt als volgt aangegeven: "28 dito heeft Dammis van Kralingen aangeving gedaan van t lijk van sijn swager Theunis Vermaat overleden alhier onder de classis pro deo".
In een akte van 22 april 1762 worden zowel Teunis Vermaat, diens vrouw Neeltje van Kralingen als haar broer Dammis genoemd: "Dammis van Cralingen en Theunis Vermaat, getr. met Neeltje Ariens van Cralingen, samen nagelaten kinderen en enige en universele erfgenamen ab intestato van hun overleden moeder Angenietje Mol. wed. van Ary Dammisz van Cralingen, beiden won. in Spijkenisse, hebben verkocht en transporteren aan Heyndrik Koppenol, mede won. in Spijkenisse, een huis (Q nr. 61) en erf aan de oostzijde van de Voorstraat aldaar, voor 723 g. contant. De huur van het achterste gedeelte is tot mei 1763 voor Maartje Claas Mol."
Uit deze akte blijken twee belangrijke zaken: Dammis en Neeltje zijn broer en zus, zodat het deze Dammis moet zijn die het overlijden van “sijn swager” Teunis Vermaat aangeeft in 1771, en het patroniem van Dammis en Neeltje is “Arijs”.
Aangezien Dammis zijn hele leven in Spijkenisse woont, zou hij ook daar vermeld moeten zijn. Daarnaast is het goed denkbaar dat hij, als hij al na het overlijden (na 10-04-1774) van zijn eerste vrouw Neeltje Ingelsdr Bakker is hertrouwd, dat gedaan heeft met de (dan nog ongetrouwde) zus van zijn overleden zwager Teunis.
Het is echter eveneens mogelijk dat men bij het optekenen van het overlijden van Dammis een fout gemaakt heeft, aangezien Dammis' eerste vrouw ook Neeltje heette en zijn zus Neeltje getrouwd was met een Vermaat. In 1809 was Dammis' zus immers al 20 jaar overleden en haar man Teunis al bijna 40 jaar.
In dat geval is Neeltje Maartensdr Vermaat mogelijk helemaal niet getrouwd en was zij in 1747 ook niet meer in leven. Dat zou tevens een verklaring zijn voor het feit dat zij in de "grote akte" (waarover meer in een andere blogpost) niet genoemd wordt.
Bij nader inzien lijkt mij dat ook de meest waarschijnlijke optie.
donderdag 13 augustus 2020
Verschrijving in Spijkenisse?
De vermelding uit Spijkenisse van 24 februari 1778: "24 febuarij Werd aangegeven het lijk van Annetje Braat pro deo" [DTB Spijkenisse begraven gaarder 1696-1805 [Streekarchief Voorne-Putten, p. 210/278]] vermeldt echter een Annetje. En dat terwijl Jannetje's zus Annetje pas in 1827 overlijdt.
zondag 7 juni 2020
Jan Cornelisz Monster, een trouwlustig man en (waarschijnlijk) een bigamist
Na zijn huwelijk met Cornelia (onder)trouwt hij op 26-2/18-4-1790 te Oud-Vossemeer met Thona de Graaf.
Huwelijksinschrijving Jan Monster met Thona de Graaf |
Terzijde: de DTB-akten uit Zeeland die nog bestaan, zijn vaak afschriften of uittreksels van onderzoekers. De originelen zijn in 1939 verplaatst naar – meende men – (brand)veiliger locaties, maar als gevolg van het bombardement van 17 mei 1940 ging een groot deel van de archieven in vlammen op[i].
Er is hier iets vreemds aan de hand, aangezien Thona wordt vermeld als weduwe van Jacob Marinussse Lindhout, terwijl deze zelfde Thona de Graaf op 16-11-1811 te Oud-Vossemeer overlijdt, nog steeds als weduwe van Jacob Lindhout, aangegeven door haar zoon Mattheus Lindhout (die het zou moeten kunnen weten).
Fragment overlijdensakte Thona de Graaf |
Wanneer Jan op 16-7-1794 te Zierikzee trouwt met Agneta Jobse, is hij dus een bigamist. Heeft hij Thona gewoon laten zitten? Of kwamen ze samen tot de slotsom dat ze beter zonder elkaar verder konden gaan, maar wilden ze zich de schande (en de moeite) van een scheiding besparen? Aangezien er Jan bij zijn vierde huwelijk blijkbaar geen strobreed in de weg gelegd wordt, vermoed ik het laatste.
Huwelijksinschrijving Jan Monster x Barendina Hillemans |
Op 25-1-1807 trouwt Jan voor de vijfde maal, nu met Barendina Hillemans uit Haamstede, weduwe van Barend de Vries. Dit is opnieuw een "moetje", aangezien hun dochter Janna al op 22-2-1807 gedoopt wordt. Janna overlijdt op 6-7-1807. Een tweede dochter Janna, gedoopt 6-11-1808, overlijdt 13-6-1809. Ook zoon Cornelis, gedoopt 11-3-1810 wordt niet oud: hij overlijdt op 7-5-1810. Jan overlijdt zelf op 18-4-1812 te Noordgouwe. Waarschijnlijk zonder het te weten is hij dan nog geen halfjaar “bigamist-af”.
Het feit dat er in zijn vijfde huwelijk tweemaal een dochter Janna genoemd wordt, doet vermoeden dat Jan's oudste dochter Jannetje dan niet meer in leven is.
Dochter Maartje uit zijn derde huwelijk bevalt (ongehuwd) in juni 1819 van een zoon Jan, die al op 30-9-1819 te Zonnemaire overlijdt. Kort daarna, op 8-10-1819 trouwt ze met Adrianus Schrijver. Ze overlijdt Noordgouwe 29-1-1878.
Agneta en Jan blijken ook nog een dochter Cornelia (van 1799) te hebben (wat doet vermoeden dat uit Jan's tweede huwelijk met Thona de Graaf geen kinderen geboren zijn, aangezien dochter Cornelia vernoemd moet zijn naar Jan's eerste vrouw Cornelia Vermaat), die op 20-11-1822 te Ouwerkerk trouwt met Adriaan van der Pijl.
Jan's vijfde echtgenote Barendina overlijdt op 81-jarige leeftijd te Noordgouwe op 21-11-1847.
De kinderen van Jan Cornelisz Monster[ii]
(*x) de vier kinderen die in 1806 nog in leven zijn
Uit het huwelijk met Johanna Goedendorp:
[1] Pleun
[2] Cornelis
[3] Maartje (~Oostvoorne, 5-9-1773 †Rockanje, 7-4-1834) (*1)
[4] Pleuntje (~Oostvoorne, 5-9-1773 †Nieuwenhoorn, 31-12-1821) (*2)
[5] Johanna (~Rockanje, 23-1-1780 †Rockanje, 3-1780)
Uit het huwelijk met Cornelia Vermaat:
[6] Jannetje (~Rockanje, 16-3-1785 †Rockanje vóór 1790)
Uit het huwelijk met Thona de Graaf:
[geen kinderen bekend]
Uit het huwelijk met Agneta Jobs:
[7] Job (~Zierikzee, 24-10-1794 []Zierikzee, 1795)
[8] Jan Cornelis (~Zierikzee, 12-12-1795 []Zierikzee, 22-2-1796)
[9] Maartje (*Noordgouwe, 16-12-1796 ~Ñoordgouwe, 25-12-1796 †Noordgouwe, 29-1-1878) (*3)
[10] Cornelia (~Zierikzee, 20-1-1799 †Ouwerkerk, 1-3-1851) (*4)
Uit het huwelijk met Barendina Hillemans:
[11] Janna (*Noordgouwe, 16-2-1807 †Noordgouwe, 6-7-1807)
[12] Janna (*Noordgouwe, 22-10-1808 †Noordgouwe, 13-6-1809)
vrijdag 5 juni 2020
Doorbijten met resultaat: het gezin van Huijgh Ariensz van Prooijen en Geertruij Ariensdr Vermaat compleet
woensdag 3 juni 2020
De connecties van Arien Philipsz Vermaat (1619-1674)
Cornelis van Beveren, heer van Strevelshoek |
(A) Cornelis van Beveren (ook de Bevere) (1591-1663) was ridder, heer van Strevelshoek, West-IJsselmonde en Kleine Lindt. Hij stamt uit het adellijke patriciërsgeslacht Van Beveren en bekleedde vele verschillende functies, zoals:
· burgemeester van Dordrecht (1628–1629, 1637–1638, 1642–1643, 1645–1646 en 1649–1650)
· raad en rentmeester-generaal van Zuid-Holland (1618–1642)
· baljuw en dijkgraaf van het Land van Strijen
· curator van de Academie te Leiden
· gecommitteerde in het College van de Staten-Generaal (1646–1647), van de Gecommitteerde Raden (1628–1630, 1643–1644 en 1654–1656)
· ordinaris gecommitteerde ter dagvaart van de Staten van Holland en West-Friesland
· buitengewoon gezant van de Staten der Verenigde Nederlanden bij de koning van Denemarken en Noorwegen en de stad Hamburg (1631) en bij Karel I, koning van Engeland, Schotland en Ierland (1636).
Op 1 december 1660 werd Van Beveren evenals Cornelis de Graeff en Johan de Witt door de Staten van Holland aangesteld als lid van de commissie ter educatie van prins Willem III van Oranje-Nassau, "het kind van staat".
Van Beveren trouwde met Christina Pijl, dochter van Johan Pijl en Mondena de Jonge.
De broers Michiel (l) en Cornelis (r) Pompe van Meerdervoort, omstreeks 1652 geschilderd door Aelbert Cuyp |
(B) Heer Cornelis Pompe van Meerdervoort (1639-1680), zoon van Michiel Pompe van Meerdervoort, Ridder, Heer van Meerdervoort, Hendrik-Ido-Ambacht en Schildmans-Kinderen-Ambachten, enz. Hij werd op speciaal bevel van de Franse koning Lodewijk XIV door diens ambassadeur Jaques-Auguste du Tou tot ridder geslagen en begiftigd met de Orde van Sint Michiel op 23 September 1661. Hij was schout en Oud-Raad in Dordrecht in 1662, raad en Rentmeester-Generaal van Zuid-Holland in 1671. Verder was hij baljuw en dijkgraaf van het Lande van Strijen, evenals baljuw van Wieldrecht in 1661. Hij werd benoemd tot dijkgraaf van de Zwijndrechtse Waard op 22.april 1663. Cornelis trouwde op 7 Februari 1652 met Vrouwe Alida van Beveren, (de oudste dochter van Heer Jakob van Beveren, Heer van Zwijndrecht, schout, burgemeester, etc. in Dordrecht, en Vrouwe Johanna de Witt, dochter van Jacob de Witt uit Dordrecht en daarmee de zus van de bekende broers Johan en Cornelis de Witt).
(C) ds. Petrus Buijtendijck (1623-1692) was een zoon van ds. Gosewinus Hendriksz Buijtendijck uit Dordrecht en zonder twijfel een goede bekende van de families Van Beveren en Pompe, die belangrijke functies hadden in het Dordtse stadsbestuur en verschillende belangen in de Hoekse Waard.
Wapen van de familie Repelaer |
(D) De heer Repelaer: waarschijnlijk Hugo Repelaer (1620-1669), raad, schepen en burgemeester van Dordrecht.
De Meerdervoortskapel in de Grote Kerk in Dordrecht [foto: André den Haan] |
(E) Juffrouw Adriana de Bevere vrouw van Meerdervoort (1618-1678) was de moeder van (B). De Meerdervoortskapel in de Grote Kerk in Dordrecht is gesticht door Michiel Pompe van Meerdervoort, zijn vrouw Adriana van Beveren, Cornelis Pompe van Meerdervoort en zijn vrouw Alida van Beveren. Het hek is gebeeldhouwd door H. de Vos in 1677 in Louis XIV-stijl. Boven de deur staat een monogram C.P. v. M. en A. v. B. (Cornelis Pompe van Meerdervoort en Alida van Beveren. In de kapel liggen begraven:
Michiel Pompe van Meerdervoort Michielsz. (1613-1639)
Adriana van Beveren (1618-1678), zijn vrouw
Cornelis Pompe van Meerdervoort (1639-1680), hun zoon
Alida van Beveren (1640-1680), zijn vrouw
Bij de doop van Arij (1668) en daarna treden uitsluitend familieleden als doopgetuigen op. Misschien had Arien zijn illustere kennissen niet langer nodig om de aandacht op zich te vestigen, aangezien hij inmiddels tot schout van Nieuw Beijerland benoemd was. Heel lang heeft hij overigens niet van deze positie kunnen genieten: hij stierf in 1674.
maandag 1 juni 2020
Willem Hermanus Vermaat: vier vrouwen, nul kinderen
Doodgeboren zoontje van Willem en Christina op 16 mei 1910 |
Willem is op 21-04-1915 genaturaliseerd tot Amerikaans staatsburger en hij laat zich (of moet zich laten) registreren in 1918 voor eventuele oproeping als soldaat in WO I. Zijn beroep is dan steam engineer en volgens het formulier heeft hij grijze ogen en zwart haar.
Registratie van Willem voor WO I in 1918 |
Het duurt tot na de Eerste Wereldoorlog voor Willem Nederland weerziet. In 1919 doet hij een aanvraag voor een paspoort met als doel zijn moeder in Nederland te bezoeken. Hij verklaart sinds 1904 het land niet verlaten te hebben. De reden dat we dit allemaal weten is overigens niet dat de paspoorten zijn aangevraagd, maar dat ze kort daarna, met een kostuum van Willem waarin ze zaten (waarschijnlijk in de binnenzak), uit de woning zijn gestolen.
Behalve hun foto’s kennen we nu ook hun handtekeningen. Ze wonen Daly Street 225 in Philadelphia.
Verklaring dat de originele paspoorten gestolen zijn |
Wanneer het vertrek plaatsvond is niet terug te vinden. De bedoeling was om eind november 1919 scheep te gaan en mogelijk is dat één of twee weken later geworden. Het verzoek om duplicaten van de paspoorten dateert van 25-11-1919. In Nederland zal het echtpaar verbleven hebben bij familie en mogelijk inderdaad bij Willem’s moeder (hoewel Margaretha Krekelaar in januari 1920 al 68 jaar oud werd). Uit de registers blijkt vervolgens dat Willem en Christina aan boord van het s.s. Nieuw Amsterdam op 30-01-1920 vertrekken uit de haven van Rotterdam en op 11-02-1920 in New York arriveren.
Van de jaren tot 1929 heb ik geen gegevens kunnen vinden. Zeker is dat Christina overleden is vóór juli 1929, aangezien Willem op 06-07-1929 in ondertrouw gaat met zijn tweede echtgenote, Johanna Kapel. Helaas zijn de huwelijksbijlagen uit die periode verloren gegaan. Dit tweede huwelijk was overigens strak gepland: op dezelfde dag dat het gesloten werd in ’s-Gravenhage vertrok het echtpaar met het s.s. Rotterdam uit Rotterdam naar New York, waar men 07-08-1929 aankwam. Voor Johanna moet de schok groot geweest zijn. Ze kwam op 12 oktober 1929 weer terug in Nederland. "Ik heb haar regelmatig bij familie ontmoet, eind 50-, begin 60-er jaren. Zij is namelijk zo ongeveer per kerend schip teruggekomen naar Den Haag, "omdat ze niet kon wennen in Amerika". Zij woonde in de Elandstraat, hield de naam Vermaat in volle glorie aan, en is, voor zover ik me kan herinneren, ergens midden 60-er jaren overleden in het verzorgingstehuis in de Morsestraat," herinnert zich Frans Koster, een kleinzoon van Willem’s oudste broer Hendrik Cornelis. Wel is opvallend dat Johanna uiteindelijk, in januari 1950 toch een scheiding aanvroeg. Ze overleed overigens op 10-12-1970 te ’s-Gravenhage.
Willem zal intussen niet stil. Uit 1931 is er een marriage license voor Willem met Adeline Marion Wills en uit 1935 voor Willem met Helen M. Rupp. Let op dat een marriage license niets meer is dan een juridisch document dat iemand toestaat een huwelijk aan te gaan, terwijl het bewijs van een daadwerkelijk gesloten huwelijk een marriage certificate is. Het is dus niet zeker of Willem ook werkelijk bigamist was: hij was immers tot 1950 officieel nog altijd getrouwd met Johanna.
We komen in de census van 1940 in Salem City een Adeline Wills tegen als verpleegster in een ziekenhuis, afkomstig uit Wisconsin, 33 jaar oud en met huwelijkse staat divorced. Adeline overlijdt in 1947. Opvallend is dat Willem in zijn registratie voor WO II bij de “person who will always know your address” een Madeline Wills opgeeft: hij woont op Greenwich Street 441 in Philadelphia, terwijl deze Madeline op nummer 434 woont.
Van de Helen M. Rupp, Willem’s vierde echtgenote, is nog het minst bekend. Mogelijk is ze dezelfde als de Helen M. Rupp die geboren werd op 11-11-1911 en overleed op 24-01-2000, hoewel die bij de census van 1940 de huwelijkese staat “single” heeft in plaats van het verwachte “married” of “divorced”. Dan is er nog een Helen Rupp, die als dochter van Chas H Rupp en Helen Zeckman geboren werd op 27-07-1911 te Philadelphia werd geboren .
Willem overleed in 1953 in Philadelphia en werd begraven in Roslyn, Montgomery, Pennsylvania (USA).
maandag 25 mei 2020
De zoektocht naar Lijsbeth Jansdr Mortons
In het ONA van Brielle komen zowel een Gerrit Claesz van Kerckum, een Ambrosius Claesz van Kerckum als een Claes Ambrosius van Kerckum voor. Deze laatste zou de eerste man van Lijsbeth moeten zijn. De (onder)trouwvermelding van “Nicolaes van Kerckum, weduwnaar, woonend in 's Heer Dam[...] Ambacht met Lijsbeth Jans Mortons J:D woonend Langestraet” heeft plaats op 24-8/7-9-1670[i].
Trouwinschrijving van het eerste huwelijk van Lijsbeth Jansdr Mortons |
Maar wanneer Lijsbeth in Brielle gedoopt is, wie zijn dan haar ouders? Er is een Jan Jorisz Mortons in Brielle in de juiste periode, die met zijn vrouw Maertgen Ariens de volgende kinderen heeft, gedoopt te Brielle:
Maijken ~27-3-1647, getuigen Joris Morton en Willemtie Jans
Ariaentie ~12-2-1649, getuigen Jannetie Engels en Belitge Jans
Margrieta ~2-3-1653 getuige Belitge Jans
Dus geen dochter Lijsbeth!
Wie wel een dochter Elisabeth laten dopen in Brielle, zijn Jan Rogierse (of Jorisse) met zijn vrouw Maria/Maritge Willems, en wel op 16-8-1649 (getuigen zijn Jan Willems en Jannetje Rogiers).
Meer kinderen van dit echtpaar zijn:
[onzeker] Trijntje ~4-12-1647, vader vermeld als Jan Jansse)
Willem ~12-2-1651, getuige Jannetje Rogiers
Annetie ~5-1-1652, vader vermeld als Jan Jorisse, getuigen Willem Hendrix, Ariana Rogierse
Anna ~22-4-1655, vader vermeld als Jan Jorisse, getuige Lijsbeth Claes Ook Neeltje Mortons, de doopgetuige bij Lijsbeth’s eerste kind uit haar tweede huwelijk, Cornelia, brengt ons hier niet verder, evenmin als Johannes Celser, Aagje Jans (mogelijk dezelfde als de vrouw van Willem Willemsz [Backer], die in 1663 en 1664 kinderen laat dopen in Brielle en dus mogelijk een schoonzus is van Maritge Willems) en Maartje Huge.
[i] DTB Brielle trouwen 1668-1684 [Streekarchief Voorne-Putten, p. 81/410]
zondag 24 mei 2020
Willem Pieter Vermaat aan de wandel - een geval van ADHD avant la lettre?
Willem Pieter Vermaat (1877-1924) is de vierde zoon en het zevende van de 12 kinderen van Arend Vermaat (1848-1922) en Leentje de Baan (1846-1888). Het complete gezin waarin hij opgroeide is nog groter: in zijn twee huwelijken verwekte vader Arend in totaal 23 kinderen, van wie er 9 de volwassenheid niet bereikten.
Bij de kantonrechter wordt besloten dat deze weigering onvoldoende grond heeft. Het huwelijk gaat dus door. Zoon Leonardus wordt geboren in 1906 en dat lijkt erop te duiden dat dit huwelijk een "moetje" is, zoals zo vaak in die tijd. Ook Willem en Elisabeth hebben echter al een "voorkind": dochter Leentje uit 1904. Mogelijk heeft Elisabeth Willem bij de tweede zwangerschap voor het blok gezet.
Signalement Willem Pieter Vermaat, veroordeeld voor diefstal en 18-06-1907 vrijgekomen |
Willem Pieter Vermaat wegens “eenvoudige belediging” één dag in de gevangenis van 's-Hertogenbosch in 1908 |
Willem Pieter Vermaat wegens dronkenschap aansluitend twee dagen in de gevangenis van 's-Hertogenbosch in 1908 |
Willem Pieter Vermaat op "doorreis" |
Op 10-09-1909 schrijft het gezin zich overigens in in Hellevoetsluis, waarbij Willem wel vermeld wordt, maar zonder verdere gegevens of datum van inschrijving. Op 14-10-1910, dus nog geen 2 maanden na de geboorte van Johanna Maria, vertrekken Elisabeth en haar kinderen naar Hoogstraat 8 te Den Helder, “bij ouders”. Terwijl zijn vrouw en kinderen in Hellevoetsluis zijn, woont Willem in Rotterdam. Voor zover ik heb kunnen nagaan (de geboorteakten uit Den Helder zijn nog niet digitaal opvraagbaar) heeft Willem geen enkele keer zijn kinderen zelf aangegeven bij de Burgerlijke Stand. Was hij steeds "in de buurt" om vlug een kind te verwekken, of zijn de kinderen die zijn achternaam dragen helemaal niet van hem? Aangezien Elisabeth steeds ofwel in de buurt van haar eigen ouders, ofwel die van haar schoonouders heeft gewoond, geloof ik wel dat Willem de vader van deze kinderen is. Mogelijk had de scheiding niet plaatsgevonden als Willem niet zonodig met een andere vrouw had willen trouwen.
Fragmentgenealogie Willem Pieter Vermaat:
Willem Pieter Vermaat, marinier, matroos ter koopvaardij, bootwerker, z.v. Arend Vermaat en Leentje de Baan, geb. Oudenhoorn 19-01-1877 om 19:00[i], overl. Amsterdam 26-02-1924 om 15:30[ii], otr./tr. (1) Den Helder 28-01/08-02-1906[iii] (echtsch. Den Helder 10-10-1918[iv]) met Elisabeth Bosch, geb. Monnickendam 02-08-1885 om 22:00[v], overl. Haarlem 10-12-1953 om 11:00[vi], d.v. Leonardus Bosch en Adriana Johanna Buijtendijk, otr./tr. (2) Amsterdam 19/30-10-1918[vii] met Engelina Gesina van Rietschote, geb. Amsterdam 09-02-1881 om 12:00[viii], overl. Amsterdam 29-06-1970[ix], d.v. Willem van Rietschote en Tietje Sikkema.
[ii] BSO Amsterdam 1924 Akte 1338: aang.: Paulus Kesselen, 50 jaar, aanspreker; Feije Schaafsma, 45 jaar, aanspreker
[iii] BSH Den Helder 1906 Akte 12: get.: ouders bruid (moeder bruid kan niet schrijven, dus tekent niet); Dirk van der Made, 35 jaar, scheerder; Johannes Keijsper, 33 jaar, marinier; Johannes van der Wiel, 33 jaar, marinier; Monse Roode, 31 jaar, matroos; erkenning van 1 kind met de naam Leentje
[iv] BSH Den Helder 1906 Akte 12
[v] BSG Monnickendam 1885 Akte 45: Middenlaan; get.: Aderjaan de Boo, 27 jaar, agent van politie, wonend Monnickendam; Adrianus Brinkkemeyer, 32 jaar, kastelein, wonend Monnickendam
[vi] BSO Haarlem 1953 Akte 1445: aang.: Maarten Rooij, 64 jaar, begrafenisondernemer
[vii] BSH Amsterdam 1918 Akte reg. 6i fol.21v Akte 900: get.: Johan Henri Herman Hooge, 35 jaar, behanger, zwager bruid; Abraham van der Putte, 29 jaar, spoorwegarbeider, zwager bruid
[viii] BSG Amsterdam 1881 (folio 3 februari tot 9 maart, p. 43v) Akte 1458: Egelantierstraat 81; get.: Johannes van Rietschote, 59 jaar, vergulder, wonend Palmstraat 40; Klaas Sikken Sikkema, 56 jaar, smid, wonend Nieuwer Amstel
[ix] BSO Amsterdam 1970 Akte 8-29