donderdag 29 januari 2015

Een gegoede familie en één lummel - de nazaten van Philip Ariensz Vermaat in Brielle [1]

[1] De stamvader en zijn dochter

Nog voordat ik zijn doopvermelding daadwerkelijk aantrof in de registers van Hekelingen, had ik het reeds vermoeden dat Philip Ariensz Vermaat een zoon moest zijn van Arij Philipsz Vermaat (en Ariaentje Eeuwouts Conijnendijk). Dit lijkt bevestigd door het feit dat hij in 1732 enig erfgenaam blijkt van wijlen Maria Conijndijk, waarschijnlijk zijn tante.

Transport (1007 Philip Ariens Vermaat te Geervliet, enig en algemeen erfgenaam van wijlen Maria Conijndijk, wed. van Gerrit Pikveld, verkoopt aan Cornelis Thijsz van de Ham te Geervliet een huisje en erf in de Kerkstraat (bel. ten o Harmen Bosman, ten w Pieter de Labije, ten z de Kerkstraat, ten n mr. Lodewijk Suurland) met een plaatje, een haardijzer en een winkelbankje, belast met 9 st jaarlijks tbv de Grote Armen van Geervliet, voor f 72.)
Datum: 2-2-1732
[bron: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg - 032 Stad Geervliet - 213]


Hij is gedoopt op zondag 28 december 1704 in Hekelingen [bron: DTB Hekelingen dopen 1625-1729 [Streekarchief Voorne Putten Rozenburg, p. 101/110]]. Bij de doop van Philip was de volgende getuige aanwezig: Ariaantje Jansdr Blijenburg (vóór 1670-vóór 1709) [aangetrouwde tante vaderszijde]. 

Philip trouwde, 28 jaar oud, op zondag 17 mei 1733 in Zwartewaal [bron: DTB Zwartewaal trouwen 1674-1803 [Family Search, p. 154/467]] met Johanna Teunisse (Anna) Kruijne, 16 jaar oud, nadat zij op zaterdag 25 april 1733 in Geervliet in ondertrouw zijn gegaan [bron: DTB Geervliet trouwen en begraven 1714-1751 [Nat. Archief, p. 36/58].
"25 dito heeft Philp Vermaat woonend alhier sig aangegeven om te trouwen met Johanna Kruijne wonend[?] in Swartewael j-d classis van sess gulden is ontfangen + agt? van de bruidegom tot 6:0:-"
Zij is gedoopt op zondag 6 september 1716 in Zwartewaal [bron: DTB Zwartewaal dopen 1674-1719 [Nat. Archief, p. 82/87]].

Dochter van Teunis Jansz Kruyn(ing) en Lyntje Croonenburg
Getuigen Teunis Kruijne, Grietje Willems en Anna Timmers

Na het huwelijk vestigde het paar zich in Brielle, waar Philip grutter was en apotheker. Zijn zoon Adriaan trad later in zijn voetsporen.
te Brielle geadmitteerd als poorter (Res. Mag. 26 Sept. 1733)
Daar kregen ze vier kinderen:
- Adriaen (Arij) (~Brielle, 9-2-1734 []Brielle, 15-1-1793)
- Theunis (~Brielle, 24-6-1736 []Brielle, 25-8-1736)
- Theunis (~Brielle, 3-9-1737 []Brielle, 24-12-1742)
- Adriana (~Brielle, 28-2-1739 +Brielle, 4-7-1795)

Philip is overleden, 36 jaar oud. Hij is begraven op woensdag 10 mei 1741 in Brielle [bron: DTB Brielle begraven 1679-1805 [Family Search, p. 261/513]].
"den 10 Mey Philip Vermaat nalaatende drie kinderen Betaalt"

Na de dood van Philip hertrouwt Anna eerst met Gerard Knoll:
Testament (Testament van Gerard Knol en Johanna Kruine, echtelieden te Brielle. Zij herroepen huwelijksvoorwaarden dd 20-5-1745 tov notaris Johannes Lambertus Scherping. Hij stelt zijn vrouw aan tot universeel erfgename. Bij zijn kinderloos overlijden erven de kinderen van zijn halfbroer Kornelis Knol ieder f 250 en die van zijn zuster Gijsberta Knol uit huwelijk met Willem Hendrik van der Salm samen f 1000. Van testatrice erven haar man, haar voorkinderen Arie Vermaat en Adriana Vermaat en eventuele kinderen uit tegenwoordig huwelijk, ieder voor gelijk deel. Haar man heeft eerste optie op twee huizen waarin apotheek en grutterij, te verrekenen tegen taxatiewaarde. Zij stelt tot voogden haar man, haar vader Teunis Kruine en genoemde Willem Hendrik van der Salm. Getuige Leendert van der Kooi.)
Datum: 11-3-1749
[bron: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg - Nadere toegang op inventarisnummer 1105 van toegang 110]

Machtiging (1210 Johanna Kruijne, eerst wed. van Philip Vermaat, nu van Gerard Knoll, wonend te Brielle, machtigt tov notaris Hendrik Kruijne (get. Arnoldus Gijsen en Willem Verhell) Adrianus Vermaat, oud-schepen van Brielle. Deze verkoopt aan Dammis Hoogendijk 4 G weiland in Tolland (bel. ten w de Toldam, ten n de wed. Roosendael, ten o Adriaan Hogendijk, ten z Hendrik Hoogwerf) voor f 675.)
Datum: 3-5-1759
[bron: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg - 032 Stad Geervliet - 214]

Vervolgens trouwt ze met Jan Overgoor (waarschijnlijk de vader van Maximiliaan, haar schoonzoon).

Anna is overleden, 61 jaar oud. Zij is begraven op woensdag 14 januari 1778 in Brielle [bron: DTB Brielle begraven 1679-1805 [Family Search, p. 364/513]].
"14 do Johanna Kruijne Huijsvr van de heer Jan Overgoor aan de kankerende borst oud 60 Jaaren Betaalt 30 guld:"

Philips' kinderen trouwden (ge)goede partners. Dochter Adriana trouwde, 31 jaar oud, op zondag 22 april 1770 in Brielle [bron: DTB Brielle trouwen 1725-1777 [Streekarchief Voorne Putten, p. 230/280]] met Dr. Maximiliaan Francis Overgoor, 28 jaar oud, nadat zij op zondag 8 april 1770 in Brielle in ondertrouw zijn gegaan [bron: DTB Brielle trouwen 1725-1777 [Streekarchief Voorne Putten, p. 230/280]]. 

Maximiliaan is gedoopt op zondag 20 augustus 1741 in Brielle [bron: Algemeen Nederlandsch Familieblad volume 9 {*} de scan van de betreffende pagina in het doopboek van Brielle ontbreekt in FamilySearch, evenals in de scans van het Streekarchief Voorne-Putten. Mogelijk ontbreekt de pagina dus geheel in het register.].
zoon van Jan Overgoor en Johanna Kunst
getuigen : Maximiliaan van Berchem en zijne huisvrouw Francoise Greenwood
In 1761 werd hij bij de Ned. Herv. Gemeente op belijdenis aangenomen (Acta van 12 Julij 1761), hij kwam als med. dr. in 1765 met attestatie van Utrecht te Brielle terug (Acta van 
14 April 1765). In 1767 werd hij aldaar gekozen tot schepen.
[Algemeen Nederlandsch Familieblad volume 9]


Dr. Maximiliaan Franciscus Overgoor (1741-1774) liep op de wallen nabij de Zuidpoort op kraaien te schieten waarop hij door de sergeant van de wacht werd aangesproken. Deze verbood hem op de wallen te schieten, maar Overgoor reageerde respectloos ‘met lacchen en uitjouwen’. De militair dreigde hem te zullen arresteren. Overgoor was niet onder de indruk van het dreigement en vertrouwde op zijn aanzien als gewezen schepen en op de status van zijn vader, die als plaats-majoor van Brielle een tussenpersoon was tussen het garnizoen en het stadsbestuur.
Daarmee overspeelde Overgoor zijn hand. Toen de sergeant hem diezelfde middag opnieuw schietend op de wallen aantrof, stuurde hij onmiddellijk een korporaal en vier soldaten op hem af en weldra zat de oud magistraat in arrest in de Zuidpoort. De pijn duurde slechts kort: toen zijn vader, de major de la place, ervan hoorde, wist deze de garnizoenscommandant ertoe te bewegen de jonge Overgoor in vrijheid te stellen.
Maar daarmee was het verhaal nog niet ten einde. De dokter eiste genoegdoening. De militaire wacht had volgens hem geen recht gehad om hem het schieten op de wallen te verbieden. Het stadsbestuur was het daarmee eens. Over het optreden van Overgoor was het weliswaar niet te spreken, zijn gedrag gaf blijk van ‘eene geheele ignorantie van een gequalificeerd en publiq verbod’ en dit mocht niet ongestraft blijven, maar de militairen hadden hierbij een grens overschreden. Het gaf geen pas om een burger op deze wijze te beledigen ‘als is het brengen in militair arrest’.
De burgemeesters gingen persoonlijk verhaal halen bij de garnizoenscommandant. De overste Louis Henri Fourgeoud (1717-1779), een Zwitser van geboorte en een door de wol geverfde militair, was er de man niet naar om zich snel te laten imponeren. In de geschiedenis van de mariniers schijnt hij een zeer bijzonder figuur te zijn geweest. De historicus Bosscher typeert hem als ‘een dappere krijgsman en '(a) strict disciplinarian' (…) tevens een humaan mens, die zich tegenover degenen die hij moest bestrijden opvallend mild toonde’. In 1763-1766 had hij als majoor zijn sporen verdiend in het neerslaan van een slavenopstand in Berbice (Brits Guyana). Gedurende de volgende jaren was hij garnizoenscommandant, in afwachting van een nieuwe opdracht. Hij stelde tegenover de klachten, in alle eerbied en achting, dat zijn sergeant niets te verwijten viel. Het stadsbestuur had zelf enige jaren eerder verordonneerd dat er binnen de stad niet geschoten mocht worden. Het garnizoen had mede tot taak om de stedelijke keuren te doen naleven. Bovendien werd hij gesteund door artikel 44 van de militaire orders van de kapitein-generaal, de Prins van Oranje, dat schieten op de wallen verbood. Ook de burgemeesters hielden hun rug recht: militaire orders waren hier niet aan de orde omdat de wallen onder het gezag van het stadsbestuur en niet onder de militaire commandant vielen. De commandant moest toch het verschil kennen tussen een gewone kleine frontierstad en garnizoensplaatsen in het algemeen, en de frontiersteden ‘stem in Staat hebbende’, oftewel zitting in de Staten van Holland. 
Hiermee kwam het gesprek op het feitelijke punt van discussie: het was een zaak van competentie. Brielle was een souvereine stad en het stadsbestuur was daar heer en meester. Het opperbevel berustte dan ook niet bij de militaire commandant, maar bij de burgemeesters.  Dat werd bijvoorbeeld duidelijk bij de ontvangst van een nieuw garnizoen. Alvorens de stad binnen te trekken moest door de commandant en alle officieren, onderofficieren en soldaten de eed worden afgelegd in handen van de regerende burgemeester en in aanwezigheid van de magistraat. Het bleek ook uit het feit dat de sleutels van de stadspoorten en havenbomen 's nachts bij de burgemeesters werden bewaard en dat deze dagelijks het parool of wachtwoord afgaven. De grenzen van de competentie waren soms moeilijk te trekken en zullen zeker voor de burgerij en de gewone soldaat wellicht onduidelijk geweest zijn.
De burgemeesters hadden het laatste woord. Het was een kleine moeite geweest voor de sergeant om aan de magistraat door te geven dat er iemand liep te schieten. Het moest in de toekomst voorkomen worden dat een burger, en zeker iemand die in het verleden in de magistraat zitting had gehad, soortgelijk arrest zou krijgen. 

[Brielse Mare 16 (2006) nr 1, pp. 13-16]

Maximiliaan is overleden, 33 jaar oud. Hij is begraven op maandag 31 oktober 1774 in Brielle [bron: DTB Brielle begraven 1679-1805 [Family Search, p. 351/513]].
"31 do De Heer Oud Scheepen Dr Maximiliaen Francis Overgoor nalatende een weduwe en een kind Betaald 30 guld"

Inventaris (Inventaris van de goederen nagelaten door Jan Overgoor, auditeur militair etc., overleden te Brielle op 6-5-1781. Gedaan op aangeven van Adriana Vermaat, weduwe van Dr. Maximiliaan Francis Overgoor. de brouwerij Het Vergulde Gekroonde Hart met alle toebehoren en annex vier huisjes, waarvan een bewoond door de kapitein van de brouwerij Arie van ’t Hof, een door de knecht Jan Masboer, een verhuurd aan Jan Rombout en een in gebruik als bierhuisje. Het tot de brouwerij behorende waterschip Een huis aan de noordzijde van het Kerkhof met in het noorden een heining langs de Langestraat, verhuurd aan Koenraad Regel voor f 1 per week. Een eigen graf in de Catharijnekerk. 1/8 deel in de vishoeker de Maria varend van Vlaardingen onder stuurman Paulus Haven, waarvan boekhouder is Lambertus Vriens. 1/8 in een nieuwe hoeker nog op de werf van Dirk de Zeeuw te Vlaardingen. 1/16 in een haringbuis de Twee Jannen, onder stuurman Mees van der Linden, waarvan Jan van Pernis boekhouder is. Volgt opgave van contanten, gouden en zilveren voorwerpen (w.o. een zilveren cachet met het wapen en een zilveren degen), meubilair op het comptoir (w.o. een landmetersketting en een astrolabium) en verder huisraad, kleding, portretten van de overledene en van zijn eerste vrouw. In de brouwerij 420 halfvaten goed bier, haver en tarwe om te mouten, 2500 pond hop en een voorraad steenkool. Op de brouwerij rust een hypotheek van f 5000 tbv de heer Roos in den Haag. Er is een obligatie van f 100 tbv Arie Kapitein. Doodschulden en verdere schulden zijn nog niet bekend. Getuigen Jacob Jans Kluit en Frederik Furda.
Aktedatum: 01/07/1781
Aard van de akte: inventaris
Naam notaris: Jan van Wageningen
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1157)


Kind van Adriana en Maximiliaan:
1 Johanna Maximiliaans Overgoor [1.4.1]. Zij is gedoopt op zondag 2 december 1770 in Brielle [bron: Dopen Brielle 124, Kleine Kerk 1744-1810 DTB 11]. Johanna is overleden op maandag 18 januari 1808 in Utrecht, 37 jaar oud [bron: DTB Utrecht overlijden 1805-1811 [Family Search, p. 88/238]].

"18 Vrouwe Johanna Overgoor, huisvw van de Heer Jacobus Arnoldus van de Meij, oud 37 Jaaren, onder de Linden A 497 laat na haar man buiten s’lands"

Na de dood van Maximiliaan ging Adriana in ondertrouw, 50 jaar oud, op zondag 9 augustus 1789 in Brielle [bron: DTB Brielle trouwen 1797-1811 [Streekarchief Voorne Putten Rozenburg, p. 140/212]] met Jacob Jansz Rijzik (Rijsik), 66 jaar oud.
Bruidegom weduwnaar van Anna Schippers

Huwelijksvoorwaarden (90 Huwelijksvoorwaarden tussen Jacob Rijzik oud kolonel en kapitein ter zee weduwnaar van Anna Schippers en Adriana Vermaat weduwe van Maximiliaan Overgoor med. dr wonende den Briel. Er zal geen gemeenschap van goederen plaats vinden, nog van die ten huwelijk aangebracht of die staande huwelijk door erfenis of donatie zullen opkomen. Als hij het eerst sterft zal aan haar als douarie worden uitgekeerd 12.000 gld, doch als zij als eerste sterft zal deze uitkering niet aan haar ab intestato erfgenamen geschieden, maar in plaats daarvan bij zijn overlijden worden uitgekeerd aan haar dochter Johanna Overgoor gehuwd met Kornelis Jacobus van der Meij en bij vooroverlijden aan haar kinderen.
Aktedatum: 05/08/1789
Aard van de akte: huwelijksvoorwaarden
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1191)

Boedelbeschrijving (89 Inventaris van de goederen van Adriana Vermaat weduwe Maximiliaan Overgoor in leven med. dr als zij in haar a.s. huwelijk met Jacob Rijzik oud kolonel en kapitein ter zee weduwe van Anna Schippers zal aanbrengen. Er worden alleen roerende goederen vermeld. Getuige Daniel Flikker.
Aktedatum: 05/08/1789
Aard van de akte: boedelbeschrijving
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1191)

Boedelbeschrijving (179 Inventaris van alle roerende goederen welke door Jacob Rijzik oud schepen van den Briel bij het aangaan van zijn huwelijk met Adriana Vermaat weduwe van Maximiliaan Overgoor zijn aangebracht. Getuigen Philippus Vermaat en Kasper Bouwer
Aktedatum: 15/04/1791
Aard van de akte: boedelbeschrijving
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Toegangsnummer: 110 Notarissen

Jacob is gedoopt op dinsdag 1 juni 1723 in Brielle [bron: DTB Brielle dopen 1671-1812 [Family Search, p. 139/682]].
vader Jan Rijziks
moeder Neeltje van der Salm
getuige Krijntje Gouwentak

Jacob had zijn halve leven op zee doorgebracht, heeft diverse zeeslagen gevoerd en vestigde zich uiteindelijk in Brielle.
Harrison-Hall and Krahl 1994: The Dutch East Indiaman Vrijburg is recorded as having been in Canton in 1756 and this piece is one of a number of similar pieces which served as souvenirs of the ship’s voyage to China. Other similarly painted plates include one at the Zeeland Museum, Middelburg, Netherlands (Jorg, 1982, no.74). Similar plates are known, painted with the starboard view of the Vrijburg, also dated 1756, and inscribed with the name of the ship’s Captain, Jacob Rijzik. A large serving plate of this type is in the Victoria and Albert Museum, London; and another in the Musee Guimet, Paris, France (Oriental Ceramics, 1981, vol. 7, col.pl. 49). Only plates are known with this decoration. Dutch ships such as the Vrijburg would have left their company base in Batavia in July or early August and sailed for four weeks north-eastwards via the Banka Straits. This trip was undertaken only once each year because of the prevailing tides and local weather conditions. At Macao, the entry fee to Whampoa was paid to Chinese customs officials and a local pilot was hired to guide the ships further in. At Whampoa the ships were anchored, as the Pearl River thereafter was too shallow for such large trading vessels. The supercargoes were taken in smaller boats the final 13 nautical miles to Canton’s quayside to conduct their business at the European trading stations (see BM Franks. 745+ and BM Franks. 746+). The Vrijburg was built in 1748, laid to rest in 1771 and her tonnage was 1150 tons (Hervouet and Bruneau, 1986, no.2.2). This type of East Indiaman would have measured over 140 feet from stern to sternpost. She was built for the Dutch East India Company’s Zealand Chamber of Commerce. A model of a similar Dutch East Indiaman, the "Zeven Provincien", made in 1723 and one of the earliest models ot a merchant ship in existence, is in the National Maritime Museum, Greenwich, London (no.1723 - 1/SLR 0418).

Jacob is overleden op dinsdag 17 april 1792 in Brielle, 68 jaar oud (oorzaak: "aan ’t Podagra en koorts" [podagra = jicht]) [bron: Streekarchief Voorne Putten Rozenburg - 110 Notarissen inv 1192 nr 288]. Hij is begraven op maandag 23 april 1792 in Brielle [bron: DTB Brielle begraven 1679-1805 [Family Search, p. 443/513]].
"23 do De heer Jacob Rijsik oud Colonel en Capiteyn ter Zee ten dienste dezer Lande, en oud Scheepen deze stad, nalatende een weduwe circa 69 Jaeren aan ’t Podagra en koorts 30 guld"

Te oordelen aan zijn nalatenschap was het niet vreemd dat Adriana en Jacob niet in gemeenschap van goederen trouwden. Hij was vrij rijk (dit is ook al af te leiden uit het feit dat hij bij overlijden in de hoogste vermogensklasse viel):
Boedelbeschrijving (288 Inventaris van de boedel van Jacob Rijzik in gemeenschap van goederen met zijn vooroverleden vrouw Anna Schippers bezeten en door zijn overlijden op 17/04/1792 met de dood bekrachtigd. Beschreven door Mr Willem Hoijer en Gabriel Leonard Verhell beiden wonende alhier als executeurs van de boedel en voogden en administrateurs vlgs het testament van 21/06/1788 voor Mr Hermanus Adrianus Schadee nts te Rotterdam gepasseerd en zulks voor zover de meubilaire goederen die in geen kast of kist gesloten waren betreft alles op het aangeven van Adriana Vermaat weduwe van Jacob Rijzik in het bijzijn van Hendrik van der Salm en Kasper Bouwer die volgens de dispositie van Jacob Rijzik bij de inventarisatie waren geweest. 
Onroerende goederen. Een huis en erf met tuin, stal en koetshuis aan de westzijde van de Oude Delft te Delft cohiernr 3654 verhuurd aan Ds H. Koot voor 275 gld per jr. Een huis en erf met stal en koetshuis op de Botermarkt in den Briel cohiernr 425 door de overleden zelf bewoond geweest; een huis en erf genaamd het Anker op de Koorndijk te Middelburg verhuurd aan Ds Johannes Henri om 300 gld per jr. Een pakhuis aldaar cohiernr 4 en een dito op 5, daarvan de boven zolders verhuurd zijn aan Jacobus de Priester om 57 gld per jr en de benedenpakhuizen aan de heren Pere en Meinders in compagnie tegen 144 gld per jr. 1/12e portie in de Tintse Meestoof, een dito in de Langestraatse meestoof binnen den Briel op nr 386 met de losse gereedschappen daartoe behorende, alsmede een dubbelde grafkelder aan de noordzijde van de St Catharina Kerk binnen den Briel op nr 282. Landerijen. Onder Rockanje. Een woning genaamd Wel ten Vreeden c.s. in Stuifakker bekend op het cohier onder nr 84 met 90 gemet 243½ roe land, verhuurd aan Pieter Noordermeer voor 570 gld per jr. 245½ roe zijnde de helft van 1 gemet 191 roe werf en boomgaard in Olaartsduin in nr 4, verhuurd met enige kamers door Rijzik aangegaan met Pieter Noordermeer van het herenhuis Wel te Vreeden aan Hugo van Ande
Aktedatum: 10/08/1792
Aard van de akte: boedelbeschrijving
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1192)


Adriana is overleden op zaterdag 4 juli 1795 in Brielle, 56 jaar oud (oorzaak: "aan zenaazekoortsen") [bron: Overlijdensadvertentie Adriana Philipse Vermaat]. Zij is begraven op woensdag 8 juli 1795 in Brielle [bron: DTB Brielle begraven 1679-1805 [Family Search, p.461/513]].
"8 do Vrouwe Adriana Vermaat, laast weduwe van de heer Jacob Rijsik, nalaatende een doghter 55 Jaaren aan zenaazekoortsen 15 guld"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten