1.1.4 Elisabeth Maria Vermaat, dochter van Adrianus (Arij) Philipsz Vermaat en Maria de Gelleke. Zij is
gedoopt op vrijdag 13 september 1765 in Brielle [bron: Dopen Brielle 117, Grote
Kerk 1725-1777 DTB 8].
Getuige: Pieter de Gelleke
Elisabeth trouwde, 21 jaar oud, op zondag 12 augustus
1787 in Brielle [bron: DTB Brielle trouwen 1779-1811 [Nat. Archief, p.
124/212]] met Baladinus Pieter van Rij Lankhorst, 16
jaar oud, nadat zij op zondag 29 juli 1787 in Brielle in ondertrouw zijn gegaan
[bron: DTB Brielle trouwen 1779-1811 [Nat. Archief, p. 124/212]].
Hij is gedoopt als Baladinus Pieter van Rij op vrijdag 8 februari 1771 in Brielle
[bron: Dopen Brielle 124, Kleine Kerk 1744-1810 DTB 11] als zoon van Paulus Lankhorst en Jacoba van Rij.
Getuigen: Pieter van Rij, Wilhelmina van Rij
Mr Jacob Berthout baron van Berchem wil verkopen de volgende zaai- en weilanden alsmede bos. Onder Rugge 2 gemet 89 roe weiland in het Wout nr 38, zijnde leen van Heenvliet, verhuurd aan Arij de Pijper en gemijnd door Adrianus Vermaat en Balladinus Pieter van Rij van Lankhorst tegen 106 gld het gemet. Onder Klein Oosterland 4 gemet 259 roe bouwland in Sleepen nr 59, zijnde vroonen en leen van Holland, verhuurd aan Kornelis van der Poel en gemijnd door de voorsz. Balladinus tegen 140 gld het gemet. Onder de Nieuwen Hoorn 6 gemet 210 roe weiland in de Steenhoek nr 2 verhuurd aan Arij Verhoeven en gemijnd door Kornelis KIevit en Arij Kievit tegen 70 gld het gemet. Onder Nieuw Helvoet 5 gemet 281 roe weiland in de Gaarhoek nr 19 verhuurd aan Dirk Scheijgrond en gemijnd door dezelfde op 172 gld het gemet; 6 gemet 286 roe bouwland in de Grootenhoek nr 27 verhuurd aan Pieter van Kempen en gemijnd door G.L. Verhell tegen 134 gld het gemet; 4 gemet 193 roe bouwland in den Grootenhoek op 14 en 15 verhuurd aan Pieter van den Brand en gemijnd door Isaak van der Hoeven tegen 136 gld het gemet. Onder St Anna Polder 9 gemet bos in Poortershoek nrs 12 en 13 niet gemijnd. Getuigen Willem Roskam gerechtsbode en Hendrik Bos stadsroeper.
Aktedatum: 07/04/1788
Aard van de akte: veiling
Naam notaris: Hendrik Kruijne
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1142
Vindplaats: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg
Kind van Elisabeth en Baladinus:
1 Jacoba Maria van Rij Lankhorst [1.1.4.1]. Zij is gedoopt op woensdag 17 oktober 1787 in Brielle [bron:
Dopen Brielle 124, Kleine Kerk 1744-1810 DTB 11].
Getuige: Jacoba van Rij (weduwe van de heer Paulus
Lankhorst)
Jacoba is overleden, 2 jaar oud (oorzaak: zware
koorts). Zij is begraven op maandag 4 oktober 1790 in Brielle [bron: DTB
Brielle begraven 1679-1805 [Family Search, p. 438/513]].
"d=o
Een kind van Baladinus Pieter van Rij Lankhorst, genaamt Jacoba Maria circa 3
Jaeren aan zware koorts 6 guld:"
Blijkbaar gingen de zaken niet goed en raakte Adruanis het vertrouwen in zijn schoonzoon kwijt:
Insinuatie (De 1e nts wordt verzocht zich namens
Adrianus Vermaat te vervoegen aan Jacob Rijzik oud kolonel en Baladinus Pieter
van Rij Lankhorst behuwdzoon van Vermaat en hen aan te zeggen dat door van Rij
op 08/02/1788 voor nts Hendrik Kruijne alhier tbv Vermaat is gepasseerd een
obligatie van 4000 gld met aflossingen van 500 gld per jr en zulks alles onder
borgtocht van zijn moeder Jacoba van Rij, weduwe van Paulus Lankhorst en van
Adrianus Vermaat. Op de obligatie is slechts afbetaald 1 termijn van
aflossingen en 3 jr rente. Vermaat zegt bij deze de borgtocht op. Op dezelfde
dag heeft de nts de insinuatie aan Jacob Rijzik overhandigd en aan Willem Christiaan
van Breest Lankhorst de broer van Baladinus, waarop Jacob antwoordde het is wel
en Willem zei ik zal het mijn broer zeggen.
Aktenummer: 247
Aktedatum: 06/03/1792
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Aard van de akte: insinuatie
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1182)
Aktenummer: 247
Aktedatum: 06/03/1792
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Aard van de akte: insinuatie
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1182)
Ook het feit dat Baladinus en zijn broer zich blijkbaar tot in de late uurtjes in logementen bevonden, zal niet aan de kwaliteit van de relatie hebben bijgedragen.
Willem Christiaan van Breest Lankhorst en Baladinus
Pieter van Rij Lankhorst wonende alhier attesteren tvv degene die het aangaat
dat zij op zekere avond in het laatst van Mei in gezelschap van Gerardus
Johannes Besseling koopman te Rotterdam zich bevonden in het logement Prins
Willem de Eerste binnen den Briel alwaar omstreeks middernacht binnenkwam
Benjamin van der Velden mr koekebakker te Rotterdam die zich op een brutale
wijze heeft gedragen tegen de kastelein van het logement die hem verzocht het
logement te verlaten. Van der Velden antwoordde daarop dan moet Besseling ook
gaan, waarna hij Besseling heeft aangegrepen en getracht heeft hem uit de kamer
te halen, waarbij hij echter door de 2e comparant en de kastelein werd
gehinderd. Van der Velden maakte daarbij de opmerking dat Besseling een
bankroutier was en een schurk. Van der Velden is na het maken van vele
brutaliteiten en gepleegde baldadigheden door de kastelein met behulp van zijn
bedienden uit het huis gezet.
Aktenummer: 199
Aktedatum: 21/06/1791
Aard van de akte: attestatie
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1192
Vindplaats: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg
Aktenummer: 199
Aktedatum: 21/06/1791
Aard van de akte: attestatie
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1192
Vindplaats: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg
[Willem Christiaan was, ondanks de afwijkende familienaam, de oudere broer van Baladinus. Vader Paulus Lankhorst vestigde zich op onbekende datum in Brielle.Hij maakte snel carriere, werd brandmeester, later boelhuys-meester. Hij huwde met Jacoba van Rij uit een aanzienlijke Brielse familie.
In die periode kwam het regelmatig voor in goed gesitueerde families dat achternamen werden aangevuld met de familienaam van moeder (of andere verwanten).vooral maar niet uitsluitend, als een achternaam dreigde uit te sterven door gebrek aan mannelijke nakomelingen.
Deze gewoonte, de welstand en de pretenties van de familie leidden er waarschijnlijk toe dat de kinderen van Paulus en Jacoba ook van een extra achternaam werden voorzien. Balladinus Pieter van Rij Lankhorst(02-01-1791). Een andere zoon heette Willem Cornelis van Wingerde Lankhorst(23-09-1792.)
Willem Christiaan van Breest Lankhorst(1768) heeft hierbij de achternaam van zijn grootmoeder van vaderszijde toebedeeld gekregen. (zie http://alsemgeest.hele.nl/getperson.php?personID=I6698&tree=Alsemgeest)]
Baladinus had met de genoemde Besseling al een zakelijk meningsverschil achter de rug:
Baladinus van Rij Lankhorst wonende den Briel machtigt Willem Christiaan van Beest Lankhorst om al zijn zaken waar te nemen en speciaal zeker arrest gelegd door Gerardus Johannes Besseling wonende Rotterdam op een partij van 12255 stuks carotten door Baladinus gekocht van Johannes Roedolf.
Aktenummer: 189
Aktedatum: 16/05/1791
Aard van de akte: procuratie
Naam notaris: Jacob Kluit Jzn
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1192
Vindplaats: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg
Uiteindelijk had Elisabeth er genoeg van en ging weer bij haar moeder wonen. Inmiddels was Baladinus in de gevangenis terechtgekomen vanwege een "cas crimineel":
Zij [Elisabeth, PV] leefde sedert 25 April 1794 gescheiden van haren man en deed in 1797 en 1798 stappen om te komen tot een geregtelijke separatie van bed, tafel en bijwoning." Toen zij den eersten stap daartoe in 1797 deed, was haar man, zooals hij 4 Maart 1797 schreef, «genoodzaakt zig in carcere tegen den Bailluw (M^ R. Sandifort) in cas crimineel te defendeeren." In een request, door hem bij Schepenen van Brielle ingediend in 1798, leest men: "Dat de Suppliant zeedert den 21 Dec. 1797, wanneer hij bij UI. vonnisse in cas crimineel tusschen Mr. Rochus Sandifort, destijds Bailluw deezer stad ter eenre, en den Suppliant ter andere zijde geweezen, voor den tijd van 3 jaaren is gebannen uit deeze stad en deszelfs jurisdictie, mitsgaders uit den landen van Voorne en Putten, en in welk vonnisse de Suppliant eerbiedig heeft berust, heeft gewacht dat ’t zelve vonnisse teegens hem zoude worden ter executie gelegd, en hij aldus uit de hegtenis zoude worden ontslagen, waarin hij zig nu zeedert meer dan twee jaaren is bevindende, dan dat hij Suppliant hierop totnogtoe te vergeefs hebbende gewacht etc."
[Algemeen Nederlandsch Familieblad volume 9]
[Algemeen Nederlandsch Familieblad volume 9]
Procuratie (Baladinus Pieter van Rij Lankhorst,
gedetineerd in de gevangenis van Brielle, machtigt de procureur Johannes
Rudolfus Fredericus Spenciers in zijn verdediging in de zaak tegen hem
aangespannen door de baljuw Rochus Sandifort. Getuige Willem Hendriks.)
Datum: 08-02-1797
[bron: Streekarchief Voorne Putten Rozenburg - 110
Notarissen]
Vanuit de familie van Elisabeth wordt druk gezet op een scheiding. In haar testament laat Maria de Gelleke opnemen dat als dochter Elisabeth niet gescheiden is bij Maria's overlijden, zij niet meer dan een kleine legitieme portie zal ontvangen en dus min of meer onterfd zal worden. Voor Baladinus, die schulden had, was dit, evenmin als een scheiding, een prettig vooruitzicht:
Testament (63 Testament van Maria de Gelleke weduwe
van Adrianus Vermaat schepen van den Briel. Zij legateert haar dr Margaretha
Susanna Vermaat gehuwd met Justinus Verhorst een bijbel met gouden sloten en
een paarse sprei, aan haar dr Johanna Adriana Vermaat gehuwd met Johannis van
der Minnen de grote sprei en het genaaide vuurscherm, aan haar dr Elisabeth
Maria Vermaat het slangenbomen houten kabinet, aan haar zn Philippus Vermaat
het gouden horloge, de 6 familie-portretten, het manshoofd op glas geschilderd
en de kast op de bovenkamer voor de mans kleren. Als haar dochter Elisabeth
Maria Vermaat gehuwd met Baladinus Pieter van Rij Lankhorst wonende alhier door
haar overlijden of door separatie niet zal zijn gescheiden, nomineert zij deze
dr in de simpele legitieme portie waarin alles moet worden gerekend dat ze van
haar of haar nu overleden man heeft genoten en haar eventuele kinderen in de
eigendom van datgene dat de legitieme portie zal overtreffen. Zij benoemt haar
overige kinderen Margaretha Susanna Vermaat gehuwd met Justinus Verhorst,
Johanna Adriana Vermaat gehuwd met Johannis van der Minnen, Philippus Vermaat
en Pieter Vermaat allen hiervoor genoemd tot haar enige erfgenamen met
plaatsvervulling, doch wanneer in het later te noemen geval haar dr Elisabeth
geen kind of kinderen zal hebben benoemt zij haar 4 andere kinderen tot haar
enige erfgenamen, doch als zij gescheiden is benoemt zij haar 5 kinderen tot
enige erfgenamen. Haar zoon Philippus heeft de voorkeur het thans door haar
bewoonde huis te aanvaarden tegen taxatie-waarde, alsmede het leenland onder de
Nieuwe Gooten groot 3 gemet 142½ roe in de Kloosterhoek op 15, reeds de 14e
januari 1795 op zijn naam verheven, gelijk mede dat hij de apothekerswinkel kan
aanvaarden voor 1500 gld. Zij benoemt tot executeurs en voogden Johannes van
der Minnen en Philippus Vermaat en seclusie van de weeskamer.)
Datum: 26-07-1797
[bron: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg -
Nadere toegang op inventarisnummer 1204 van toegang 110]
Elisabeth is overleden op donderdag 19 september 1799
in Brielle, 34 jaar oud (oorzaak: "aan een uitteerende ziekte")
[bron: Algemeen Nederlandsch Familieblad volume 9]. Zij is begraven op dinsdag
24 september 1799 in Brielle [bron: DTB Brielle begraven 1679-1805 [Family
Search, p. 480/513]].
"24 d=o Juffr. Elizabeth Maria Vermaat 34 Jaeren
aan een uitteerende ziekte 15 guld"
Boedelbeschrijving (21 Inventaris boedel Elisabeth
Maria Vermaat overl. den Briel 19/09/1799 gemaakt en beschreven tvv Maria de
Gelleke, weduwe van Adrianus Vermaat, in wier huis Eisabeth is overleden op het
aangeven van Maria, teneinde na de terugkomst van Baladinus Pieter van Rij
Lankhorst met welke Maria Vermaat gehuwd is geweest en die voor 2 jr ingegaan
in de maand december 1798 uit deze stad is verbannen en waarvan men niet weet
of er tussen henlieden enige testamentaiure dispositie is gemaakt, om te
oordelen wat er gedaan moet worden. Volgt opgave roerende goederen, kleren van
het overleden kind. Een bijbeltje met gouden sloten toebehoord hebbende aan de
overledene en door haar tijdens haar leven in present gegeven aan haar nichtje
Adriana Elisabeth van der Minne, met bijvoeging dat hetzelve haar tot een
gedachtenis was aan haar tante van Kel waarna zijn genoemd was. Schulden van de
overledene. Eerst de doodschulden. Impost 15 gld 15 st, totale doodschulden 216
gld 3 st. De boedel van Adrianus Vermaat 1820 gld door dezelfde als voor de
helft beschadigde borg ener obligatie met verschuldigde rente, proceskosten
tegen haar man, Mr Arnoldus Brocx declaratie, de procureur P. Klompenhouwer,
nts H.M. van Andel. Totale schulden 2751 gld 8 st 8 p.)
Datum: 03-06-1801
[bron: Streekarchief Voorne-Putten en Rozenburg -
Nadere toegang op inventarisnummer 1207 van toegang 110]
Intussen maakte de familie van Baladinus geen haast met de afwikkeling van de nalatenschap:
De 1e nts wordt verzocht zich namens Maria de Gelleke weduwe Adrianus Vermaat en moeder van wijlen Elisabeth Maria Vermaat gehuwd geweest met Baladinus Pieter van Rij Lankhorst, Justinus Verhorst gehuwd met Margaretha Susanna Vermaat, Johannes van der Minne gehuwd met Adriana Vermaat, zijnde Margaretha Susanna en Johanna Adriana Vermaat zusters van voormelde Elisabeth Maria Vermaat te vervoegen aan de woonplaats van Baladinus Pieter van Rij Lankhorst en dezelve af tevragen of er tussen hem en zijn vrouw of door laatstgemelde alleen bij zijn weten is gemaakt enige testamentaire dispositie of beschikking. Op /7/03/1801 heeft Mr H.M. van Andel zich vervoegd aan van Rij Lankhorst die antwoordde ik heb het gehoord, ik zal mij nader decideren.
Aktenummer: 22Aktedatum: 06/03/1801
Aard van de akte: insinuatie
Naam notaris: H.M. van Andel
Toegangsnummer: 110 Notarissen
Inventarisnummer: 1207
Baladinus is overleden, 34 jaar oud (oorzaak: Borstkwaal). Hij is begraven op maandag 23 september 1805 in Brielle [bron: DTB Brielle begraven 1679-1805 [Family Search, p. 510/513]].
"d=o Baladinus Pieter van Rij Lankhorst 34 Jaaren en ruym 8 maanden aan een borstkwaal f 3,="
Uiteindelijk treuzelt Baladinus zo lang dat hij zijn zaken voor zijn dood niet meer gereld heeft:
Depositie (De nts H.M. van Andel verklaart op zijn ambtseed
dat Baladinus Pieter van Rij Lankhorst de 1e comparant in de geannexeerde akte,
schoon buiten staat om dezelfde akte te kunnen ondertekenen echter volkomen
voldoende blijken gaf van inwendige kennis niet alleen maar van genoegen,
goedkeuring en toestemming dezer voorgelezen akte en van begeerte om deze te
ondertekenen waartoe hij diverse pogingen heeft ondernomen in aanwezigheid van
Jacoba van Rij weduwe Paulus Lankhorst, Baladina van Rij en Willem Christiaan
van Breest Lankhorst moeder, tante en broer van Baladinus voorsz. welke
verklaren dat Baldinus gedurende de laatste 2 dagen vooral dikwijls had gezegd
het concept te willen ondertekenen en dat kort na de voorlezing van deze akte
Baladinus is overleden. Volgt concept van de akte. 21/09/1805 Overeenkomst
tussen Baladinus Pieter van Rij Lankhorst weduwnaar van Elisabeth Maria Vermaat
met wie hij in gemeenschap van goederen was gehuwd geweest ter eenre en
Johannes van der Minne gehuwd met Johanna Adriana Vermaat alsmede Philippus
Vermaat wonende mede binnen den Briel ter andere zijde en zulks de twee laatste
comparanten voor hen zelf als instaande voor Justinus Verhorst thans wonende te
Grave gehuwd met Margaretha Susanna Vermaat en welke vrouwen, die geassisteerd
waren met hun mannen de enige nagelaten zusters en broer zijn van wijlen
Elisabeth Maria Vermaat die op 19/09/1799 alhier ab intestato is overleden.
Haar erfgenamen ab intestato zijn haar man voor de helft en de comparanten ter
andere zijde ook de helft. Het echtpaar heeft zich blijkens onderlinge
ongezegelde handtekening op 21/04/1794 gescheiden van tafel en bed ter oorzake
van verregaande onaangenaamheden, waarvan echter geen behoorlijke akte is
gepasseerd en evenmin publicatie is geschied. De separatie heeft tot gevolg
gehad dat de vrouw weer bij haar moeder Maria de Gelleke weduwe van Adrianus
Vermaat is gaan wonen en aldaar is overleden op welk tijdstip de man door
byzondere omstandigheden zich van den Briel had verwijderd. Haar moeder heeft
toen orde op zaken gesteld en de begrafenis geregeld. Zij heeft ook een
inventaris gemaakt van haar kleren en kleinodien zonder daartoe enige acte
hereditair te willen plegen, waartoe zij ook onbevoegd was, terwijl haar
zusters en broer zich niet als erfgenamen hebben gedragen. Vervolgens zijn
onenigheden ontstaan tussen de man en de erfgenamen van zijn vrouw en dat bij
schepenuitspraak van 29/05/1801 Leendert Jongejan en Kasper Frederik Hersselman
zijn gesteld als sequestors om uit handen van de moeder alles wat haar dochter
achtergelaten had te ontvangen. De man heeft daarna met de erfgenamen van zijn
vrouw de volgende regeling getroffen: de kleren van zij vrouw worden aan de
erfgenamen afgestaan. De man zal de 2 gemet 98 roe land in Rugge in 1796 aan de
heer Philippus Vermaat gedaan, waarvan de kooppenningen zijn betaald, doch nog
niet overgedragen, Willem van Breest Lankhorst machtigen om dit af te doen. De
familie van de man zal deze acte accepteren. De drie vrouwen gaan accoord met
deze regeling en zij staan in voor Pieter van Rij in prive en als erfgenaam van
dezelfs moeder Kornelia van Wijngaarden weduwe Willem van Rij en zuster
Willemina van Rij.)
Datum: 21-09-1805
Geen opmerkingen:
Een reactie posten