Een ontrouwe hofmeester?

Pieter Johannes Smit (*Vlissingen 26-6-1877 +onbekend), zoon van Theunis Johannes Smit en Pieternella Susanna van Os, werkte op schepen als kok, hofmeestersknecht en hofmeester. Hij trouwde in Rotterdam op 19 december 1900 met Hermina Catharina Vermaat (*Charlois 8-1-1878 +Rotterdam 3-4-1969), dochter van Cornelis Vermaat en Neeltje van de Nadort.
Getuigen bij het huwelijk zijn de moeder van de bruidegom, de vader van de bruid, Hendrik Casper Meijman (42 jaar, kantoorbediende), Johan Rudolf ten Napel (40 jaar, winkelier), Adrianus Vermaat (45 jaar, koopman in kaas, oom van de bruid) en Krijn Huijzer (50 jaar, scheepmaker).

Tussen de reizen door was Pieter in elk geval vaak genoeg thuis om drie kinderen te verwekken: Theunis Johannes werd geboren op 11 maart 1902, Cornelis Pieter Johannes op 13 september 1907 en Pieter Johannes op 20 juni 1910.

Op de gezinskaart uit het Bevolkingsregister Rotterdam staat echter een opmerking waarin de ongerustheid van zijn echtgenote lijkt door te klinken: "is te San Francisco en heeft sedert October 1917 niets van zich laten hooren".
Blijkbaar keerde hij ook niet terug, want de kaart vermeld eveneens dat het huwelijk in 1929 ontbonden is. De echtscheidingsakte van 27 september 1929 vermeldt "bruidegom zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande".

Gezinskaart Visser-Vermaat uit Bevolkingsregister Rotterdam

Op zoek naar eventuele sporen van Pieter in de VS maakte ik opnieuw dankbaar gebruik van Family Search. Naast twee paspoorten van zoon Cornelis Pieter Johannes voor Brazilië uit 1949 en 1950 (zie onder) kwam een interessant document boven water.

Paspoort Cornelis Pieter Johannes voor Brazilië 1949

Paspoort Cornelis Pieter Johannes voor Brazilië 1950

In september 1918 was Pieter niet in San Francisco, maar logeerde hij bij een familielid in Chicago, Minnie Visser. Hij werkte daar als kok bij een zekere S. Nash. Daar meldde hij zich ook aan om als soldaat in WO I te gaan vechten.

Pieter Johannes Smit wil gaan vechten in WO I

Het document heeft de status draft, wat impliceert dat hij niet werkelijk in het leger is gegaan. Mogelijk moest er zoveel worden geregeld (hij was immers Nederlands staatsburger en Nederland was neutraal in WO I) dat de oorlog inmiddels voorbij was. Mogelijk zag hij er toch vanaf of kreeg hij geen toestemming. Het is gissen, want na september 1918 ontbreekt ieder spoor van hem.

Vermoedelijk is hij niet in de VS blijven hangen: er zijn geen sporen van een huwelijk, naturalisatie of overlijden daar. Misschien blijkt in de toekomst nog wel eens waar hij gebleven is.