zaterdag 22 augustus 2020

De "grote akte"

Op 14 februari 1747 wordt een akte opgemaakt die een goed overzicht geeft van de samenstelling op die datum van een deel van "mijn" tak van de familie en waarnaar ik om die reden verwijs als de “grote akte”. 


Hij is te vinden in Streekarchief Voorne-Putten, inventarisnummer 047 Ambacht Simonshaven en Schuddebeurs, nr. 644 en hij luidt als volgt:
“Bastiaan Vermaat, won. te Charlois, voor zichzelf en voor zijn zwager en zuster Jan Dammisz Duimdam en Trijntje Vermaat, won. in Brielle, Ariaantje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter, won. onder Hekelingen, Ariaantje van Vendelo, meerderjarige ongehuwde dochter, won. in Nieuwenhoorn, naast Neeltje, Teuntje, Martijntje en Cornelia van Vendelo, alle vier minderjarig, kinderen van Cathalijntje Vermaat, getr. geweest met Jacobus van Vendelo, welke voorn. Bastiaan, Trijntje, Ariaantje, Cathalijntje met Annetje Vermaat (getr. geweest met Leendert van der Arent, twee minderjarige kinderen Ariaantje en Anna van der Arent) kinderen zijn geweest van Cornelis Vermaat, verder Jochum Munt, won. in Zuidland, als armmeester van de Heiligegeestarmen van Zuidland, voor Jacob Vermaat en nog vier minderjarige kinderen van Willem Vermaat, Jan Hokken, won. in Brielle, voor zichzelf en voor zijn zuster Trijntje Hokke, wed. van Pieter van der Lugt, won. te Hellevoetsluis, met de minderjarige Jacoba en Teuntje Hokke kinderen van Teuntje Vermaat, getr. geweest met Jacob Hokke, Hendrik Vermaat, won. te Geervliet, welke voorn. Willem Teuntje en Hendrik Vermaat kinderen zijn van wijlen Jan Vermaat, nog Jan Vermaat, won. onder Hekelingen, en wijlen Philippus Vermaat (twee minderjarige kinderen Ary en Adriana Vermaat) als kinderen van Ary Vermaat, nog Ary Vermaat, won. te Geervliet, voor zichzelf en voor zijn zuster Teuntje Vermaat, wed. van Jacob Langendoen, won. te Spijkenisse, die met de hieronder gemachtigde Philippus Vermaat en wijlen Aaltje Vermaat (getr. geweest met Engel Bakker, minderjarige dochter Cornelia) kinderen waren van Philippus Vermaat, en nog Philippus Vermaat, won. te IJsselmonde, en Teunis Vermaat, won. te Spijkenisse, voor zichzelf en voor hun zuster Annetje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter te Zwartewaal, welke Philippus, Teunis en Annetje zijn kinderen van Maarten Vermaat, welke gemelde Cornelis, Jan, Ary, Philippus en Maarten Vermaat vijf broers waren van Pi[...]”

Helaas breekt hij af na de eerste twee letters van wat waarschijnlijk Pieter Philipsz Vermaat (na 1676-1743) moet zijn. Ook wat de reden is van deze vertegenwoordiging is, wordt niet vermeld, maar vermoedelijk heeft het te maken met een boedelscheiding of een gezamenlijke verkoop na het (zonder levende kinderen) overlijden in 1746 van Teuntje Pietersdr Vermaat (1700-1746), het enige overlevende kind van Pieter Philipsz Vermaat en Willemtje Ariensdr Roobol.
Naast de zes broers, allen zonen van Philip Cornelisz Vermaat (1640-1684) en Teuntje Jans Laeckenkooper (voor 1647-1691), bestond het gezin nog uit Cornelis en Barber (beiden als peuter gestorven) en de eveneens jong gestorven dochters Maartje (1660) en Barber (1667).

Hieronder bespreek ik stuk voor stuk de broers met hun genoemde (en dus op 14-02-1747 nog levende) kinderen en eventueel kleinkinderen, in (vermoedelijke) volgorde van ouderdom. Die volgorde is onderwerp van discussie, omdat behalve van Cornelis (1668) en Jan (1670) de doopdata van de broers onbekend zijn: in die periode heeft het Doopboek van Spijkenisse een lacune. Ik plaats de broers op dezelfde volgorde als de akte (voor Cornelis en Jan wordt die bevestigd door de doopdata, dus die aanname lijkt mij terecht), waarbij ik Pieter op basis van de datum van zijn eerste huwelijk tussen Jan en Arij plaats.

Groep 1: de kinderen van Cornelis Philipsz Vermaat (1668-1722) en Ariaantje Jansdr Blijenburg (ong. 1666-1709) / Aaltje Bastiaansdr Munter (1677-1750)
“Bastiaan Vermaat, won. te Charlois, voor zichzelf en voor zijn zwager en zuster Jan Dammisz Duimdam en Trijntje Vermaat, won. in Brielle, Ariaantje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter, won. onder Hekelingen, Ariaantje van Vendelo, meerderjarige ongehuwde dochter, won. in Nieuwenhoorn, naast Neeltje, Teuntje, Martijntje en Cornelia van Vendelo, alle vier minderjarig, kinderen van Cathalijntje Vermaat, getr. geweest met Jacobus van Vendelo, welke voorn. Bastiaan, Trijntje, Ariaantje, Cathalijntje met Annetje Vermaat (getr. geweest met Leendert van der Arent, twee minderjarige kinderen Ariaantje en Anna van der Arent) kinderen zijn geweest van Cornelis Vermaat”

De volgorde van de kinderen is aantoonbaar niet chronologisch: Bastiaan en Ariaantje zijn de twee jongste kinderen (maar de enig overlevende) uit Cornelis’ tweede huwelijk, terwijl Cathalijntje op basis van de leeftijd van haar kinderen ouder moet zijn dan haar eerder genoemde zus Trijntje.
  • Bastiaan Cornelisz Vermaat (1712-1772) is de enige zoon van dit gezin met kinderen. Uit zijn 1e huwelijk met Marijtje Bastiaansdr bij de Molen (1711-1743) had hij alleen een jong gestorven zoontje, uit zijn 2e huwelijk met Neeltje Barendsdr van Brakel (1719-1792) had hij in 1747 alleen dochter Maria (1745), maar er zouden nog 4 kinderen volgen. Zijn oudere broer Jan (1696-1743) is kinderloos overleden en wordt dus niet in de akte genoemd.
  • Trijntje Cornelisse Vermaat (±1704-1775) is in 1744 getrouwd met haar 2e echtgenoot Jan Damisz Duindam (1695-1761), terwijl ze uit haar 1e huwelijk met Teunis Michielsz Gouwentak (ong. 1700-1743) drie jong gestorven kinderen had. 
  • Ariaantje Cornelisse Vermaat (1717-1783) was op het moment van opstellen van de akte nog ongehuwd, maar zou zeer kort daarna in het huwelijk treden met Lambregt Jansz van der Sluijs (1719-1785), met wie ze 7 kinderen kreeg. 
  • Cathalijntje Cornelisse Vermaat (ong. 1694-1742) was in 1747 al overleden, maar haar echtgenoot Jacobus Hendriksz van Vendelo (ook wel Hoekendijk genoemd, 1688-1771) was nog in leven, evenals vier van haar achttien(!) kinderen: 
    • Neeltje Jacobsdr van Vendelo (1723-1790), minderjarig 
    • Teuntje Jacobsdr van Vendelo (1732-1748), minderjarig 
    • Martijntje Jacobsdr van Vendelo (1733-1791), minderjarig 
    • Cornelia Jacobsdr van Vendelo (1737-?), minderjarig 
  • Annetje Cornelisdr Vermaat (1706-1741) was in 1747 evenals haar zus Cathalijntje en broer jan al overleden, maar haar echtgenoot Leendert Arentsz van der Arent (1701-1758) nog niet. Twee van hun drie kinderen zijn ook nog in leven: 
    • Ariaantje Leendertsdr van der Arent (1738-?), minderjarig 
    • Johanna Leendertsdr van der Arent (1741-1795), minderjarig 
Groep 2: de kinderen van Jan Philipsz Vermaat (1670-1741) en Trijntje Willemsdr Hoogwerf (1668-1717)
“Jochum Munt, won. in Zuidland, als armmeester van de Heiligegeestarmen van Zuidland, voor Jacob Vermaat en nog vier minderjarige kinderen van Willem Vermaat, Jan Hokken, won. in Brielle, voor zichzelf en voor zijn zuster Trijntje Hokke, wed. van Pieter van der Lugt, won. te Hellevoetsluis, met de minderjarige Jacoba en Teuntje Hokke kinderen van Teuntje Vermaat, getr. geweest met Jacob Hokke, Hendrik Vermaat, won. te Geervliet, welke voorn. Willem Teuntje en Hendrik Vermaat kinderen zijn van wijlen Jan Vermaat”

Van de 7 kinderen van Jan en Trijntje is er één (Magdalena) als baby, één (Maartje) als peuter en zijn er twee (Philip en Magdaleentje) als tieners overleden. Van de drie overige kinderen, die alle drie nakomelingen hebben en waarschijnlijk daarom genoemd worden, is alleen zoon Hendrik nog in leven.
  • Willem Jansz Vermaat (1699-1744) is, evenals zijn 1e vrouw Neeltje Jacobsdr van der Waal (1704-vóór 1735), al overleden, maar zijn 2e vrouw Lena Pietersdr Nobel (1711-1801) is nog in leven. Uit zijn twee huwelijken heeft Willem zes kinderen, van wie er merkwaardigerwijs met “Jacob Vermaat en nog vier minderjarige kinderen” slechts vijf genoemd worden:
    • Jacob Willemsz Vermaat (1732-1793), minderjarig 
    • Trijntje Vermaat (1736-1748), minderjarig 
    • Pieter Willemsz Vermaat (1738-?), minderjarig 
    • Neeltje Willemsdr Vermaat (1742-1770), minderjarig 
    • Willempje Willemsdr Vermaat (1744-1804), minderjarig 
        Opvallend is dat Jacob’s oudere broer Jan Willemsz Vermaat (1730-1798), evenals Jacob             een zoon uit Willem’s 1e huwelijk, niet genoemd wordt? Waarom niet? Een mogelijke                 verklaring is dat hij – zelf in 1747 immers ook nog minderjarig – gerekend moet worden             tot de “nog vier minderjarige kinderen” en dat Pieter al vóór 1747 overleden is. Ik heb tot         nu toe van Pieter ook geen spoor kunnen vinden.
  • Teuntje Jansdr Vermaat (1693-1734) is al overleden, maar haar echtgenoot Jacob Jacobsz Hokke (1691-1760) wel, evenals vier van hun elf kinderen:
    • Jan Jacobsz Hokke (1721-1751) 
    • Trijntje Jacobsdr Hokke (1723-1783), in feite minderjarig, maar inmiddels weduwe en daarmee meerderjarig 
    • Jacoba Jacobsdr Hokke (1727-1795), minderjarig 
    • Teuntje Jacobsdr Hokke (1731-1787), minderjarig 
  • Hendrik Jansz Vermaat (1705-?), inmiddels weduwnaar van Lijntje Gerritsdr den Houting (1700-1739) en in 1747 van zeker één en mogelijk vier levende kinderen (van de elf). Ook van Hendrik is na 1747 geen spoor meer te vinden. 
Groep 3: het kind van Pieter Philipsz Vermaat (ong. 1672-1743) en Willemtje Ariensdr Roobol (ong. 1660-1729)
Zoals hierboven reeds zichtbaar worden de kinderen van Pieter niet genoemd in het zichtbare deel van de “grote akte”. Uit zijn 1e huwelijk kreeg Pieter, behalve twee ongedoopte (mogelijk dood geboren) kinderen in 1718 en 1719 slechts één kind, namelijk:
  • Teuntje Pietersdr Vermaat (1700-1746), eerst (kinderloos) getrouwd met Bastiaan Hendriksz Coomans (1695-1731), hertrouwd (één, als baby gstorven, kind) met Pieter Huijbrechtsz den Boer (1696-1761)
Pieter was schout van Hoogvliet en Poortugaal en, getuige zijn eerste testament van 10-10-1713, niet zonder bezit:
"Pieter Philips Vermaet en zijn vrouw Willemtje Arents Robol, wonende onder Hoogvliet, benoemen elkaar tot enig erfgenaam. De kinderen ontvangen bij overlijden van de eerststervende een bedrag van 4.000 gulden, evenals lijfgoederen en sieraden. Bij hertrouwen van de langstlevende ontvangen zij 8.000 gulden of ter keuze van de langstlevende een derde deel van de gehele gezamenlijke boedel. Bij kinderloos hertrouwen ontvangt de familie van de gestorvene 6.000 gulden of ter keuze van de langstlevende een vierde van de gezamenlijke boedel."
Het is echter waarschijnlijk zijn laatste testament van 22-10-1739, dat aanleiding was voor de “grote akte”:
"Pieter Philipsz Vermaet, gewezen schout van Poortugaal en Hoogvliet, overleden september 1743 te Pernis, heeft in zijn testament van 22-10-1739 voor notaris Jan Swinnas te Rotterdam zijn enige dochter Teuntje Pieterse Vermaat, in haar leven laatst huisvrouw van Pieter Huibregts den Boer, haar leven lang het overschietende vruchtgebruik vermaakt van ca. 84 gem. land, waarvan hij de eigendom, omdat zijn dochter kinderloos is, vermaakt heeft aan de nakomelingen van zijn broers. De voogden over eventuele minderjarigen moet zijn dochter bij notariële akte aanstellen. Teuntje Pieters Vermaat is op 9-12-1746 te Pernis overleden zonder kinderen na te laten en zonder voogden over minderjarige erfgenamen te benoemen. Schout en schepenen hebben nu als voogden en administrateurs aangesteld Aart Huibregtse den Boer en Joost van Dijk, beiden won. in Pernis. Zij hebben de weduwnaar Pieter Huibregtse den Boer verzocht staat en inventaris te maken." 

“Dat nooit!” moet de familie gedacht hebben en zal daarom met de “grote akte” alvast een voorschot hebben genomen op het bepalen van de lijst van erfgenamen. De rol van Aart Huijbrechtsz den Boer en Joost van Dijk was echter geensins uitgespeeld, zoals we kunnen lezen in een volgende akte, die tevens weergeeft wat de een deel van verdere inhoud van de “grote akte” moet zijn:
"Aart Huybregtsz den Boer en Joost van Dijk, te Pernis op 25-2-1747 aangesteld als voogden over de minderjarige erfgenamen van Pieter Vermaet, en Philippus Vermaet, meestertimmerman te Rotterdam, voor zichzelf en pp. (acte van 14-2-1747 voor notaris Levinus Silvergieter te Rotterdam) voor de gezamenlijke meerderjarige erfgenamen van voorn. Pieter Vermaet, hebben op 18-5-1747 te Hekelingen publiek verkocht en transporteren nu aan Theunis Vermaet een huisje, schuurtje en erf in de polder van Brabant aan de Vierambachtenboezemkade voor 100 g. contant." 

Groep 4: de kinderen van Arij Philipsz Vermaat (ong. 1674-1713) en Ariaantje Ewoutsdr Conijnendijk (1674-1706) / Maartje Cornelisdr Paling (1682-1742)
“Jan Vermaat, won. onder Hekelingen, en wijlen Philippus Vermaat (twee minderjarige kinderen Ary en Adriana Vermaat) als kinderen van Ary Vermaat”

Arij en zijn eerste vrouw Ariaantje hebben slechts één zoon, maar dat is wel de enige van hun kinderen die in 17174 nog in leven is. Twee kinderen van Arij en zijn tweede vrouw Maartje (Cornelis en Teuntje) overlijden als kleuter, het derde overlijdt in 1741.
  • Jan Arijsz Vermaat (17-12-1753) is een zoon uit Arij’s 2e huwelijk en is getrouwd met Johanna Leendertsdr Bakker (1706-1784) en ten tijde van de “grote akte” zijn zes van zijn zeven kinderen geboren.
  • Philippus Arijsz Vermaat (1704-1741) is een zoon uit Arij’s 1e huwelijk, die in 1747 al overleden is, terwijl zijn echtgenote Johanna Teunisdr Kruijne (1716-1778) nog leeft, evenals twee van hun vier kinderen: 
    • Adrianus Philipsz Vermaat (1734-1793), minderjarig 
    • Adriana Philipsdr Vermaat (1739-1795), minderjarig 
Groep 5: de kinderen van Philip Philipsz Vermaat (ong. 1696-1737) en Cornelia Ariensdr van der Schoor (1685-?)
“Ary Vermaat, won. te Geervliet, voor zichzelf en voor zijn zuster Teuntje Vermaat, wed. van Jacob Langendoen, won. te Spijkenisse, die met de hieronder gemachtigde Philippus Vermaat en wijlen Aaltje Vermaat (getr. geweest met Engel Bakker, minderjarige dochter Cornelia) kinderen waren van Philippus Vermaat”

Philip zelf was in 1747 al overleden, maar van zijn vrouw heb ik dat nog niet kunnen vaststellen. Van hun vijf kinderen overleed er één (Arij) heel jong en was ook dochter Aaltje inmiddels overleden:
  • Arij Philipsz Vermaat (1712-1781), getrouwd met Maria Jansdr Leegweg (1712-1774) met op dat moment twee minderjarige kinderen die ook volwassen zouden worden (er waren er al twee jong gestorven) en er zouden er nog drie volgen).
  • Teuntje Philipsdr Vermaat (1707-1774), getrouwd met de inmiddels overleden Jacob Cornelisz Langendoen (1703-1737). Hun zoon Cornelis wordt hier niet genoemd en is dus waarschijnlijk al overleden. 
  • Philippus Philipsz Vermaat (1715-1783), getrouwd met Sara Abelsdr van der Bijl (1709-1770), van wie één kind ongedoopt was overleden en wier enige zoon Philippus een paar maanden later geboren zou worden. Blijkbaar wordt Philippus elders in de akte ergens voor gemachtigd, maar het is (nog) niet duidelijk waarvoor. 
  • Aaltje Philipsdr Vermaat (1711-1740) is overleden, haar man Engel Leendertsz Bakker (1692-1777) is in leven, evenals hun dochter: 
    • Cornelia Engelsdr Bakker (1732-1799), minderjarig 
Groep 6: de kinderen van Maarten Philipsz Vermaat (ong. 1678-1739) en Neeltje Jansdr Paling (ong. 1683-1708) / Neeltje Teunisdr Verhulp (ong. 1690-1761)
“Philippus Vermaat, won. te IJsselmonde, en Teunis Vermaat, won. te Spijkenisse, voor zichzelf en voor hun zuster Annetje Vermaat, meerderjarige ongehuwde dochter te Zwartewaal, welke Philippus, Teunis en Annetje zijn kinderen van Maarten Vermaat”

Het enige kind uit Maarten’s 1e huwelijk overleed als zuigeling, terwijl uit zijn 2e huwelijk Teuntje, Jakes, Jacques en Jacques waarschijnlijk jong overleden (enkelen zeker eveneens als zuigeling). Van de waarschijnlijk vier overige kinderen worden er echter slechts drie genoemd: dochter Neeltje (1719-?), die vóór 1809 getrouwd zou zijn met Dammis Arijsz van Kralingen (1727-1809), ontbreekt vreemd genoeg in de akte. Dit kan er op duiden dat ze geen dochter is van Maarten Philipsz, maar van een andere Maarten Vermaat. Aan de andere kant is het Dammis van Kralingen die in 1771 het overlijden aangeeft van "sijn swager" Teunis Vermaat.
  • Philip Maartensz Vermaat (1711-vóór 1784), getrouwd met Centje Jansdr de Jong (1707-1784) had op dat moment één levende dochter (het eerste kind overleed als baby) en zou nog twee zonen krijgen, van wie de jongste ook als baby overleed.
  • Teunis Maartensz Vermaat (1714-1771) zou in 1751 trouwen met Neeltje Arijsdr van Kralingen (1717-1789) en twee van hun vier kinderen, Arij en Agnietie, zouden de volwassen leeftijd bereiken. 
  • Annetje Maartensdr Vermaat (1718-?), in 1747 nog ongetrouwd, zou achtereenvolgens trouwen met Jan Cornelisz Roobol (1689-1755), Jan Huibregtsz Kok (1718-1759 en Hendrik Reijersz van Eijk (1731-1817). Uit haar eerste huwelijk had ze twee, waarschijnlijk jong overleden, kinderen.

De kwestie Van Kralingen

Inschrijving overlijden Dammis van Kralingen in Spijkenisse in 1809

Bij het overlijden van Dammis van Kralingen in 1809 is Dammis “weduwnaar van Neeltje Vermaat”. Welke Neeltje dat is, wordt echter niet vermeld en ook hun trouwinschrijving heb ik niet kunnen vinden. Mocht het gaan om Neeltje Maartensdr Vermaat, zoals ik een tijdlang heb gedacht, dan is het vreemd dat de huwelijksinschrijving onvindbaar is én dat Neeltje niet genoemd wordt in de "grote akte".

Het overlijden van Teunis Maartensz Vermaat (1714-1771) wordt als volgt aangegeven: "28 dito heeft Dammis van Kralingen aangeving gedaan van t lijk van sijn swager Theunis Vermaat overleden alhier onder de classis pro deo".

In een akte van 22 april 1762 worden zowel Teunis Vermaat, diens vrouw Neeltje van Kralingen als haar broer Dammis genoemd: "Dammis van Cralingen en Theunis Vermaat, getr. met Neeltje Ariens van Cralingen, samen nagelaten kinderen en enige en universele erfgenamen ab intestato van hun overleden moeder Angenietje Mol. wed. van Ary Dammisz van Cralingen, beiden won. in Spijkenisse, hebben verkocht en transporteren aan Heyndrik Koppenol, mede won. in Spijkenisse, een huis (Q nr. 61) en erf aan de oostzijde van de Voorstraat aldaar, voor 723 g. contant. De huur van het achterste gedeelte is tot mei 1763 voor Maartje Claas Mol."

Uit deze akte blijken twee belangrijke zaken: Dammis en Neeltje zijn broer en zus, zodat het deze Dammis moet zijn die het overlijden van “sijn swager” Teunis Vermaat aangeeft in 1771, en het patroniem van Dammis en Neeltje is “Arijs”.

Aangezien Dammis zijn hele leven in Spijkenisse woont, zou hij ook daar vermeld moeten zijn. Daarnaast is het goed denkbaar dat hij, als hij al na het overlijden (na 10-04-1774) van zijn eerste vrouw Neeltje Ingelsdr Bakker is hertrouwd, dat gedaan heeft met de (dan nog ongetrouwde) zus van zijn overleden zwager Teunis.

Het is echter eveneens mogelijk dat men bij het optekenen van het overlijden van Dammis een fout gemaakt heeft, aangezien Dammis' eerste vrouw ook Neeltje heette en zijn zus Neeltje getrouwd was met een Vermaat. In 1809 was Dammis' zus immers al 20 jaar overleden en haar man Teunis al bijna 40 jaar.

In dat geval is Neeltje Maartensdr Vermaat mogelijk helemaal niet getrouwd en was zij in 1747 ook niet meer in leven. Dat zou tevens een verklaring zijn voor het feit dat zij in de "grote akte" (waarover meer in een andere blogpost) niet genoemd wordt. 

Bij nader inzien lijkt mij dat ook de meest waarschijnlijke optie.

donderdag 13 augustus 2020

Verschrijving in Spijkenisse?

Waar en wanneer overleed Jannetje Maartens Braat? Uit de ondertrouwinschrijving van 9-9-1779 is duidelijk dat jan Philipsz Vermaat, op dat moment woonachtig te Amstelveen, al weduwnaar is van Jannetje. Dat sluit dus uit dat Jannetje te Hekelingen overleden is op 10-12-1782, zoals op veel plekken op internet wordt gesuggereerd. Die inschrijving [DTB Hekelingen begraven 1752-1805 [Streekarchief Voorne-Putten, p. 29/84]] luidt: “10 Decb: heeft Klaas Braat aangegeeven t Lijk van zijn kind Jannetje pro deo ... memorie". Dit is geen overlijdensaangifte van een getrouwde jonge vrouw van 22.

De vermelding uit Spijkenisse van 24 februari 1778: "24 febuarij Werd aangegeven het lijk van Annetje Braat  pro deo" [DTB Spijkenisse begraven gaarder 1696-1805 [Streekarchief Voorne-Putten, p. 210/278]] vermeldt echter een Annetje. En dat terwijl Jannetje's zus Annetje pas in 1827 overlijdt. 
Ik hield het daarom een tijdlang op een schrijffout in Spijkenisse. 

Er was echter nog een andere mogelijkheid: aangezien Jan in 1776 in Amstelveen en in 1779 in Nieuwer-Amstel woont, is het mogelijk dat Jannetje daar overleden is. De mogelijkheid lag nog meer voor de hand na de ontdekking van de doop van een dochter Jannetje van Jan en Jannetje in Amstelveen op 25 mei 1777!

Doopinschrijving Jannetje Vermaat in Amstelveen op 25-5-1777

Na enig zoekwerk dook eindelijk ook de begraafinschrijving van moeder Jannetje Braat op:

Begraafinschrijving Jannetje Maartens Braat op 29-6-1778 in Amstelveen